Tag archieven: father

Vijf

 

1.
“Kijk eens wie we daar hebben!”
Begroet mijn vader zijn jongste broer.

2.
Hij heeft twee maanden niet gegeten maar het smaakt hem niet.

3.
Ik bel mijn tante, zonder te weten wat ik nog kan zeggen.

4.
Koop maar niets aanstootgevends, sust mijn moeder.

5.
“Die snelle dood nemen ze ons niet meer af.”
Voor het eerst is hij de oudste.

De Hooge Heuvel

Volgens mij is er maar één nachtmis en die eindigt iets voor middernacht op Kerstavond. Dus hoe het kan dat opa “al naar de kerk was geweest” alsof het een zondag ochtend betrof, is mij een raadsel.
“Moet jij niet naar de kerk?” brieste hij toen ik geen aanstalten maakte te vertrekken.
“Wij gaan nooit,” antwoordde ik. “Zou een beetje hypocriet zijn om dan met Kerst wel in de kerk te gaan zitten.”
Mijn ouders hesen zich zwijgend in hun jassen.

“Dat gaat al niet meer naar de kerk,” mopperde mijn opa.
Toen ik acht was had mijn moeder gezegd; “Je mag wel mee voor de hostie. Zeg maar niet tegen opa, dat dit de eerste keer is.”
Nu pakte mijn moeder mijn zusje in. Mijn vader negeerde zijn vader en las de krant aan tafel met zijn jas al aan. Autosleutels rammelden tussen zijn vingers. Hij zei “Oef” tegen de hond en toen verdwenen ze de nacht in.

Op de tv was iets dat ik ook leuk vond. Mijn opa staarde naar het scherm vanuit een imposante fauteuil. Hij klopte af en toe met de afstandsbediening op de glanzende leren leuning. De hond lag naast de stoel. Hij klopte nog een keer.
“Ik ga naar bed,” zei ik daarom maar.
“Ja dat lijkt me ook beter. Als je dan toch niet naar de kerk gaat.”

We vertrokken op eerste kerstdag. Kort daarna werd mijn opa ziek.

Als kind werd ik altijd ziek in de auto als we naar opa gingen. Nog voor we de snelweg opdraaiden moesten mijn ouders al stoppen om mij over te laten geven, of gooide mijn moeder een theedoek de achterbank op.

We sliepen in kleine bedden onder zware dekens en stijve koude lakens. Er was een voorkamer waar nooit iemand kwam. Een achterkamer waar de grote mensen kaartten. Een kleine keuken waar oma altijd een afwas deed. Een eetkamer waar ik tuinbonen moest eten, op zondag appelflappen.

Ik dwaalde door de stallen. De eerste stal met de wc en de cementgrijze gootsteen met een stukje zeep voor de wc gangers. De tweede stalruimte met de tractor. De derde met de koeien of alleen het hooi en de brokjes. De kleine stallen achterin, als lege kraamkamers, met gele strobalen opgestapeld per twee.

Ik zwierf buiten. Langs de stalmuren verwaarloosden bakken van rode baksteen. Paardenbloemen schoten boven de oude muurtjes uit. Er was een gigantische open schuur met landbouw machines. Een grote ren voor de hond die tevens dienst deed als achtertuin. Het hek was oud, het gras verwilderd. Er stond een appelboom die nooit appels gaf.

Aan de straatkant lagen fris gemaaide grasveldjes met geharkte perken. De struiken bloeiden. Twee stroken met Afrikaantjes en violen leidden naar de voordeur die niemand ooit gebruikte.
“Ga je mee naar de kabouters kijken? “ stelde opa dagelijks voor.
In zijn grijze stofjas schuifelde hij richting de stal, ik dwarrelde om hem heen en had al drie keer de zon van het grote erf binnengelaten, voor hij eindelijk zijn klompen aanhad.

Ik huppelde voor hem uit. Opa had een stok.
“En? Zijn de kabouters thuis?” Mijn opa stond op gepaste afstand terwijl ik op mijn knieën voor het molentje zat. Ik speurde door raampje.
“Ik zie ze niet opa,” zei ik altijd.
We gingen naar binnen en mama zou vragen of ik kabouters had gezien en ik zei altijd nee.

Ik zat op mijn knieën, het raampje was stoffig. Er zat een gezicht achter met een baardje. “Opa! Er zit een kabouter in!”
“Dat is mooi.”
De kabouter keek me aan, en ik staarde zo zijn woning in.
“Hij is er echt,”  zei ik nog maar een keer tegen opa.
Opa knikte.
We gingen naar binnen, en ik zei tegen mama dat ik een kabouter had gezien.

Toen we naar de Efteling gingen was er s nachts een briefje onder mijn kamerdeur geschoven. Hij was van de kabouters van de Hooge Heuvel, of ik de groeten wilde doen aan de kabouters in de Efteling. Ik wist dat opa de brief had geschreven, en beloofde de groeten doen.

Opa was ziek. Hij kreeg veel behandelingen. Mijn vader ging vaak naar hem toe. Mijn zusje ook een keer.
“Hij was heel aardig,” zei ze toen ze thuiskwam. “Hij vroeg hoe het ging op school.”

Ik dacht aan Kerstmis. Binnen een jaar was opa dood. We hebben elkaar nooit meer gezien.

De Hooge Heuvel weg slingert vanuit het dorp Brabant in, met de tijdloze weilanden aan de ene kant, en een troosteloze jaren 80 wijk aan de andere kant. Mijn opa zag het dorp verdwijnen achter de Korianderstraat, Thijmplein en het Marjolijnhofje. Intratuin tuintjes, voor en achter. De kerktoren was nog net zichtbaar boven de monotone nieuwbouw daken.

De boerderij van mijn opa staat er nog, opgedeeld in functionele appartementen. Ze telen er biologisch. Het molentje met de kabouters zal wel weg zijn.

 

 

 

 

Momma knows best

My mother is sitting on the floor, in her pyjamas, with a broken arm and a flu that just cleared up. A nest of children’s drawings, photos and wooden statues surrounds her: souvenirs from our life in Africa, in the 70’s. Large piles of books are stacked in a second circle. They originally occupied the shelf that we cleared, but now they’re cluttering the floor.
We are making an Africa exhibition.
Or at least my mother is. I am reading a Dutch novel with my feet on the table.
We are both drinking wine.

With her functional hand my mother unwraps a red clay figure with a broken-off penis. My little sister had a habit of demasculinizing art. The erections never made it to the Netherlands.

“Mom, I think I made a poem. Want to hear it?” I ask.
“Yes sure,” she says.

Literature
is like low-fat cheese;
it tells on itself.

My mother listens to MyFirstPoem, the way she once supported finger paintings and crayon drawings: with unconditional love and approval.
“That is a nice poem. But maybe people will not understand it. For most people literature is something nice.”
“You mean people read this,” I wave with a highly acclaimed Dutch novel,” and actually like it?”
“Yes, they do,” my mother assures me. “They like to get deeper thoughts.”
I shake my head with a sour mouth, and swallow the wine.
“I thought people read this because it’s good for them,” I insist. “That’s why I read it anyway.”
“I don’t think literature is good for you at all,” my mother says, as she turns back to her photos and memorabilia. “You are different.”

That is true. I am different. Different from other yoga teachers, who practice detachement. From other writers who actually like reading difficult books. From other daughters with a successful career, off-spring and a Significant Other.

To my favour, I do point out I never broke off male genitals.

“You’re cool mum,” I say. “You never bug me that I don’t give you grandchildren.”
“Why would I? You do other things,” my mother holds up a large black and white photo of a 6y.o. me, dancing naked in African monsoon rains.

That weekend she finishes her mini-exposition of Africa. We go for dinner three times, replenish wine and chocolate, design a new look for her clothes, and we book a gallery for a Retrospective of my father’s photographs in 2011.

But on the train on my way home I realize the sheets are still in the washing machine, I forgot to clean the bathroom, and there is no bread left for my mother to make breakfast.

Somehow, I don’t think she’ll mind.

Brad Pitt

Brad PittSomewhere in the 90’s there was a not-so-little girl, that would gosh over Brad Pitt.
Watch his videos, to admire his looks. Buy expensive magazines, to read his words. Cherish a Brad Pitt photo book, acquired on a trip to London. He was a star and she idolized him. Things were exactly as they should be.

Except for one thing: the not-so-little girl was a little too old to be worshipping Brad Pitt. Halfway in her twenties, and adult life required adult passions. Career. Children. Real life men.

The child wish, she knew that one. When she had met her boyfriend J., everything in her body had been begging for it. Love child from J. Pronto. Two, maybe twins. And although he was game, the girl made a judgement call. College life was no place for babies. The off-spring were postponed to sometime in the future, and she became a fan of Brad Pitt.

Career. She was studying to become an engineer, just like her father. She tomb boyed her way through tech-classes and confidently handed in her assignments. The numbers and formulas she used were the same as those from her male peers. As were her sturdy clothes and sarcastic jokes. The high-heeled teenager with her inseparable red lipstick, had vanished after high school graduation day, where she had made one final appearance. Wearing a sassy black cocktail dress that ended half way her thighs. And only when she was standing.

And with all femininity out the window, her creative side too, had disappeared. She had graduated in art, but now her photo camera was dusting away under her bed. And she touched neither brush nor pen. Sometimes her fingers would trace the lines on photos from Mario Testino or Herb Ritz. But it was only to touch Brad Pitt’s physique. She did not remember she once wanted to be a photographer herself.

And real men? There had been those. But she was with J. and wanted to be faithful. Who needs live men, messing with your head, when you have a partner already? She bought some more Pitt video’s, and Brad worked liked a charm. For over ten years he guarded the gate, her heart and her mind. He kept her faithful, dutiful, and there was no man nor passion that could get through.

Like a true engineer, she had successfully reprogrammed herself until all the temptations of the world, came together in one man: unreachable, unavailable, Brad Pitt.

In 2004 the girl had become a woman, and Brad Pitt was Mr. Aniston. He visited the Netherlands and she went to meet her idol. He reached out and touched her hand, and it was there that the spell was broken.

Like Cinderella, the girl woke up from her decade long dream with a job, a house, and with a boyfriend who was turning gray near his temples. Her body was 10 kilo’s heavier than she remembered, but underneath her curves she felt something. A desire for lipstick. A need for heels. For new men. For writing. For change.
A decade of bottled up passion and creativity finally erupted.

And Brad Pitt? We all know what happened to him.

Maybe one day a princess will touch him and lift the spell that has been with him since May 18th, 2004, in the Handboogstraat in Amsterdam.