Tag archieven: panda

Pandajaar

 



“Wat een rare soep heb jij,” inspecteer ik de kom die naast mijn puntzak frieten staat.
Louka kijkt verlekkerd naar de dikke brei met halve erwten. “Fantastisch he? Niet die gladde troep.”
Al maanden nemen we elkaar mee naar onze favoriete hang-outs. Louka weet inmiddels waar ze de beste bitterballen serveren, en ik waar alle afgestudeerden flirten. Louka is verliefd geworden op de kater van mijn koffiebar, en ik op het fotomodel van zijn koffiehuisje. Een pandajaar is een jaar waarin je geen seks hebt, en Louka is mijn panda vriend. Totdat ik mij, zo waarschuwde Louka “weer ieder weekend door negers laat nemen”.
“Wanneer loopt je panda jaar af?” informeert Louka.
“Negen maart. Ik ben er ook wel aan toe moet ik zeggen.”
“Je hebt inmiddels ook je doel bereikt.”

Valentino vergeten. Done. Benjamin vergeten. Check. En sinds Louka mij erop heeft gewezen dat ik vriendelijke begripvolle mannen, nog niet half zo geil zou vinden, is ook Het Raadsel opgelost waarom de meest vluchtgevaarlijke, bindingsangstige exemplaren in mijn bed terecht zijn gekomen. Of waarom het met de lieverdjes niet werkte.
“Ik heb trouwens nog een reden bedacht waarom ik geen relaties meer heb: Marieke.”

Marieke, mijn grote sterke BFF, een jonge vrouw met een baan in de wetenschap, die ik echter vooral roem om haar stevige armpjes waar ik graag mee knuffel. Ik verzorg haar als ze bij mij slaapt, en zij houdt van mijn katers als “mama een weekend weg is”. We hebben een eigen wereld, een eigen taal, en mijn familie noemt ons bij onze fantasienamen.
“Ik hou onvoorwaardelijk van haar. Van Marieke en van de katten.”
“Je hartje zit vol.”
“Precies. Alleen zuidelijker, daar is wel ruimte.”

Louka krijgt een berichtje. Een meisje wil haar Grieks op hem oefenen.
“Bofferd. Schrijf haar maar terug dat die behoefte geheel wederzijds is.”

We rekenen af en hij bekijkt mijn boodschappenlijstje.
“Hoeslaken? Ik moet nog een nieuw dekbed. En uit interesse – waar koop je zo’n blocnote?”
Het is een roze papiertje met een print van poëzieplaatjes.
“Al het beddengoed is in de aanbieding. Zullen we samen naar de Hema gaan?”
De natte sneeuw snijdt in ons gezicht, maar we weigeren voor die honderd meter een muts op te zetten.

Na een paar minuten Hema staat Louka weer naast me, vier-seizoenen dekbed onder de arm. Ik bestudeer lege vakken.
“Roze….” tik ik de pakketten af. “Alleen eenpersoons. Rood. Alleen eenpersoons. En deze set hebben ze sowieso alleen voor kinderen.”
“Dat is toch veels te lief voor jou,” reikt hij mij een blauw hoeslaken aan in de goede maat.
“Ik hou van lief,” verzucht ik. “Maar in maart ga ik mij gedragen als de hoer van Babylon. Iedereen denkt ’t toch al.”
“Precies. Own the part.

“Zijn we onze date toch nog tussen de lakens geëindigd,” concludeert Louka op de roltrap.
“We doen wie het ’t eerste vies heeft!” roep ik iets te enthousiast. De tegenliggers kijken verstoord naar mij. “Als ik win, is het wel ’t einde van de vriendschap. Echt jammer.”
“Ik heb gezegd negers. Meervoud. En ’t moet wel for real zijn. Ik wil geen verhalen over iets dat de eerste de beste Griek ook nog wel klaar zou spelen.”

Buiten piept zijn telefoon. Het meisje vond het een leuk grapje.

 

 

 

Wachten op Arie Boomsma

 

 

Ik ben heel voorspelbaar. Schotel mij een mooie donkere jongen voor, liefst met hese zachte stem, en ik rol spontaan op mijn rug met al mijn cougar pootjes kraaiend door de lucht. Dat kan Taylor Lautner zijn. Of Geza Weisz. Jesse Nambiar. Luke Pasqualino. Maar ik kan ook 15 mannen noemen die geen 21 zijn, en soms zelfs (de horror) blank, echter allemaal namen die jullie net zo min iets zouden zeggen. Nou vooruit – Brad Pitt, Lenny Kravitz en Denzel Washington.

Het Handboek voor de liefdespanter is niet bedoeld om mijn vrij voorspelbare reactie op het elite corps van het mannelijk ras te verklaren. “Tenzij je het uiterlijk hebt van Arie Boomsma…” begint zo’n alinea dan. Want wie het zo getroffen heeft, kan wel een potje breken bij de vrouwtjes. Een seksschandaaltje hier en daar. Een foei-lelijk karakter. Een drugsverslaving die als oorlogswond wordt geëtaleerd. Het wordt meneer allemaal vergeven. Nee, dit boek is “een succesgids voor de kansloze casanova” zoals de ondertitel aangeeft. De self-made man op het gebied van de liefde. En die blijk ik ook te kennen, want Jan Heemskerk, jaren de baas bij het grootste mannenblad van Nederland, heeft zich vanaf de logge, slecht geklede achterhoede opgewerkt tot de pussy magnets van de apenrots.

Me and Jan Heemskerk. Laten we daar even duidelijk over zijn, voor er verhalen komen. Het is een man waarvan ik mij altijd heb afgevraagd hoe het komt dat ik hem aantrekkelijk vind. Aangezien Jody Bernal er twee keer lang en breed inpast, valt Jan af als “mijn type”. En blank en blond en groene ogen…. Jan doet mij nog het meest denken aan mijn vriend Hagrid, een polygame zwartbaardige zeerover met een levende harem. Elke keer als ik bij ons afscheid mijn armen om Hagrid’s grote postuur sla en mijn wang tegen zijn navel vlei, drukt hij mij op het hart (of iets lager): “Je weet het! Je kan zo meer krijgen schat.”

Ook bij Jan zou ik dan verward doch beslist nee zuchten. Hoewel, iets minder beslist. Jan hoef ik immers alleen maar te delen met Mevrouw Heemskerk.

Aangezien Jan dus tot het selecte gezelschap van mannen behoort die mij zonder driedubbele salto van de hoge duikplank, zonder zwoel gezongen lied, en zonder modellencontract bij een Frans parfumhuis, het bed in zou kunnen krijgen, geef ik de man wel de nodige credits op het gebied van de Liefde. Jan knows stuff. Als wat Jan doet is aangeleerd, betekent dit dat alle mannen die ik niet aantrekkelijk vind Jan Heemskerk kunnen worden. Of dan op zijn minst Marcel Langedijk.

Het boek opent met de 1-staps aanpak tot seks in de oertijd (tikje op het hoofd met de knots, en doe je ding) en de belofte dat het boek uitlegt hoe je vandaag de dag bewapend met pen, pollepel of gitaar, geweldloos aan je trekken komt. De indeling is in de vorm van 11 liefdespanters, die 11 kwaliteiten vertegenwoordigen.

Nu is de verleiding groot, als de buik van Jan H. waar ik mij als God het wil ooit nog tegen aan zal vleien, de leukste, sprankelendste, nuttigste tips, hier te herhalen. Dat bewijst dat Handboek voor de liefdespanter, succesgids voor de kansloze casanova door Jan Heemskerk en Marcel Langendijk uitgegeven door Prometheus een boek is dat je je verwarde zelf (male or female), je langzaam uitzakkende partner of een 40 jarige maagd cadeau kan doen. Maar wellicht koop je het boek wel niet meer als ik de grootste aha-erlebnissen al deel.

Wil je als man weten waarom je geen succes hebt bij de vrouwtjes, of als vrouw waarom je dwars tegen al je voorkeuren heel makkelijk uit je broekje bent te krijgen (ja, ook jij ja!), en wil je er bovendien hardop om lachen? KOOP DAN DIT BOEK.

Zelf leef ik al maanden solitair, vermoedelijk ga ik voor de tweede keer een jaar volmaken sans seks. Misschien schrijf ik wel een boek deze winter: Handboek voor de liefdespanda. Voor alle wijfjes die net als ik op 1 keer per jaar uitkomen. Want als het 11 hoofdstuk tellende Handboek voor de liefdespanter mij iets heeft geleerd, dan is het dat mannen niet voor niets vaak mis schieten; vrouwen werken niet mee, want seksen interesseert ze niet. Wij houden niet van seks. Niet echt. Eigenlijk net als Arie Boomsma.

 

 

 

 

Sex, chocolate and Valentino

 

 

His cock filled my greedy mouth, my eyes closed in concentration and bliss as my lips closed around  the shaft and slid up to the tip. It was sweet and salty, the taste mixed with my saliva. I could hear his moan and feel his fingers playing with my hair. My arms were wrapped around his legs, soft pale skin of the inside of my forearms hugging to the smooth back of his thighs. I massaged his butt cheeks. Gropingly.  Manly. I slid a pinkie down through the crack and drew it back with the other fingers before it reached his asshole. Valentino was finally mine.

When I woke, I wasn’t eager to remember this dream. It wasn’t real. It wasn’t like last Thursday, when you entered that restaurant, with a woman your own age, and me finishing my over-the-top long and chatty lunch with a colleague. You were seated at the only available table, right next to us. I worried whether you would refuse the table, but you stoically started to peel off your coat and smiled. Your cool effectively hid your feelings, and puzzled me.
“Hi, how are you?”
Your voice was still clear. Unharmed by three years of beer drinking, short nights and other crimes of student life. Your skin was smooth, still that remarkable blemish free caramel color. Like a Milan fashion model after Photoshop. I stuttered “I’m fine.” Or “Your hair is different.” Or  “I still love you.” And in response to whatever it was I managed to say, you replied: “Yes, it’s a lot shorter.”
The half long hair was gone, the short black cut was parted to the side. Every hair in place. And your eyes. Darker, darker, darker than I remembered. Your eyebrows black and sharp. This was Bambi with cheekbones. I couldn’t hear the words of my colleague. I watched her mouth moving, and waited for it to stop.
“Yes, you’re absolutely right,”  I reassured her, although I had no idea what she had said, nor remembered what we had been talking about for hours. “But I have to leave now. And I really mean now.”

No matter how much you are in love, or heartbroken, there comes a point where you start to cope. My first lover after Valentino, was unintentional. With the messy break up with Valentino still fresh, I knew dating was pointless. No one would draw out the same feelings, and I wasn’t going to pretend to be okay. I was an emotional wreck, and was gearing up for an old spinster-life, when I met a student who was Valentino inverted. The same age, from the same neighborhood and he even knew Valentino as I later found out. But instead of the double digit numbers Valentino was devouring every year, this boy had a shy virgin-like quality. No bad boy. He didn’t drink a drop when he had to drive home after staying with me. The only thing he had in common with Valentino were the large brown eyes. He left me after a few weeks, for a girl with a hamster. They’re together still. Thrown back into love sickness over Valentino, I just couldn’t make myself see anybody else again.

2011.
A few days short of my “Panda year” celebration, of not having sex for a whole year, I met Samuel. Within half an hour I kissed him. That same night we had sex. And again. And again. And again. And then never again because big black bad Samuel wanted me to take a backseat in his life, presumably to be on call for when he felt like IT. I had not even accepted that from Valentino, let alone that I would settle for these whore-for-free terms with anyone else.

And then? A normal relationship with a nice guy. I love you, you love me. We took holidays together. Met each other’s family. It was my ultimate attempt to have a relationship that existed in the real world, instead of a man who by now only existed in my heart. I didn’t know where Valentino lived, nor who he was seeing, but I knew Valentino had pushed me out. Look Valentino! I have a relationship! And a once in a lifetime ride through dark and dirty sex that I could never have had with someone I had been in love with for years.

2012
Nubian Prince! Sweet, dark and smart. And I remember thinking, all horny, “He’s only 22.” when he was fucking me. Only to realize then, that he was even younger when we were lovers years ago. (For the story it would be good to say “that’s when I came”) Aside from The Southern Region, Nubian Prince also lingers very closely to my heart. But has effectively, and in a gentle manner, made it clear that our perspective is limited. Unfortunately for me, he got a girlfriend shortly after the 2012 edition of our sex liaison had started.

In the lobby of the restaurant I collapse, I squat down, and lean my back to the wall for support. I drop my head, chin to my chest.
“I told you I’ve written a book right?” I pant, trying to explain my speedy exit and chaotic behavior. “About the 19 year old student I fell in love with?”
“No,” she says. “You didn’t, but now you do.”

The fireworks in my belly, the nauseous feeling that I don’t remember having for years. I imagine how I will stop eating, in response to this rendez-vous, and get real thin and turn into a ghost/writer. But I don’t. I get an unstoppable craving for chocolate, the darkest I can find. And salted cashews. I have even started fantasizing about mixing the two together.

Just until the preferred substitutes come along.

 

 

 

The Blank Book

Did Cinderella write erotic stories?
Fantasize about the stable boy?
Leave juicy messages in the armour of her favourite knight?
Did the maiden fancy phone sex?
Because if she was anything like me, she didn’t waste those 100 years sleeping.

It’s been a year now since I had sex. A year sizzling with potential that ultimately died out before anything caught fire.

Schoonschrijven, the young writer. When even his sarcasm started to sound like poetry, Cinderella must have known she was in trouble. And that she was about to be turned down of course.

The Jock, a professional sportsman. She liked him on video and loved his voice. He would always call when she was in bed. And she would always cry after she came. Maybe because there was a Mrs.Jock.

The disarming McDreamy. She offered herself hoping he would do everything men and doctors do to naked women. But like all doctors he was emotionally unavailable. Cinderella picked up her red string, and left for home.

Three times in love, all to be turned down.

“Wasn’t three once a magic number?” she must have sighed when arriving at her castle.

It was conveniently located behind the station, the lucious garden free of thorns. The bushes were trimmed and there was central heating in every room.
Yet instead of princes riding out to meet her, she met a stampede of sharp tongued frogs.

“Your demands are too high.”
“You’re too easy.”
“You shouldn’t Twitter that it’s been a year!”
“SO not charming you behave!”

It was clearly all her fault.

One year down, 99 to go.

She slid into her nighty, between the fresh sheets of the white double bed and thought about the last time.
He was only a little taller then her. Only a little stronger.
She remembered his raisin brown eyes, the raven black hair.
“You must be Snowwhite’s secret brother,” she tapped his shy nose. “The fairest of them all.”

She never renamed him for her stories.
And she wished she could have bled.