1.
“Kijk eens wie we daar hebben!”
Begroet mijn vader zijn jongste broer.
2.
Hij heeft twee maanden niet gegeten maar het smaakt hem niet.
3.
Ik bel mijn tante, zonder te weten wat ik nog kan zeggen.
4.
Koop maar niets aanstootgevends, sust mijn moeder.
5.
“Die snelle dood nemen ze ons niet meer af.”
Voor het eerst is hij de oudste.
Kusjes en een knuffel