Soms de warmte van zijn mond nog vers
op mijn net gekuste lippen.
Of masseerde hij mijn borsten
Bij mijn onbeschermde hart.
Als plots de alcohol in zijn adem
Me stokte
De geur van wiet me zacht ontwaakte
Uit mijn roes van kortdurend geluk
“Nee,” bracht ik uit. “Als je nuchter bent, misschien”
Je kilheid, risico’s
De leugens van veelwijverij
ik had ze je allemaal vergeven
Maar hier ligt echt de grens bij mij.
Ik heb er nooit één terug gezien.
nawoord: 19 april 2014
Woelend in een oud archief vond ik dit gedicht.
Ik weet niet wie het geschreven heeft.
Gezien de strekking, misschien ikzelf wel.