door LS Harteveld
Mijn exemplaar van het Het Monogame Drama van Simone van Saarloos dat gisteren pas in de winkels lag, is nu al toegetakeld met fluoriserend roze marker. Als de coating van de kaft niet zo glad zou zijn zou ook de ontroerende kop op de achterflap niet ontkomen zijn aan mijn drang iedere levensles, spitse constatering, en missing link in mijn eigen ontwikkeling te markeren als lijdraad voor de tweede helft van mijn leven. Het kopje op de achterflap van Het Monogame Drama is:
Een Ode aan de Single als Wereldverbeteraar en Levenskunstenaar
Pas toen het er zo stond, en ik een traantje wegpinkte, realiseerde ik mij hoe miskend ik mij had gevoeld. Totaal niet gesteund door de maatschappij. Blijkbaar had ik er toch last van dat stelletjes en gezinnen (en überhaupt mensen met kinderen) standaard verheven worden boven singles, en was ik ergens in de monogamie-roltrap van Simone van Saarloos gaan geloven; waarin alle eerdere relaties alleen in dienst staan van de weg naar boven. Dat je niet geacht wordt een beetje rond te krabbelen op hetzelfde plateau in een relatie die nergens heengaat. Terwijl ik wist dat mijn werk als levenskunstenaar en positie als single, bijzonder was, bewust was, en alleen daarom al prijzenswaardig. Maar een ode, nee, die had ik nog nooit gehad.
Het essay Het Monogame Drama laat zien dat het ideaal van de monogame relatie, is geworteld in een maatschappij die uit angst voor chaos en onzekerheid, haar probeert uit te bannen. Daar tegenover stelt zij het leven van singles, polygamen, polyamoren, samengestelde gezinnen, alternatieve gezinsvormen rondom alleenstaanden en homoseksuele stellen met een kinderwens. Zij zijn gedwongen geweest over hun relatievorm na te denken, en komen daarmee volgens Simone als winnaar uit de bus: hun relaties zijn stabieler, vrijer, en t is ook voor de kids een stuk lekkerder opgroeien als de biologische paps en mams niet hun hele ziel en zaligheid op elkaar projecteren, maar eerst nadenken over een werkbare vorm; één die flexibel kan reageren op veranderende omstandigheden. En in het creëren van een flexibele, en dus sterke, structuur slagen deze niet-kerngezinnen meestal een stuk beter dan het monogame ideaal waarin het gezin een soort huis is waar men zich slechts naar binnen hoeft te vechten, en er vervolgens t leven veilig uit kan zitten.
Voor ik de eerste streep marker zette, vroeg ik mij af wat Simone ervan zou vinden als ze haar boek zo uitgeleefd ter signeren voor zich kreeg. Was het wel verstandig dit te doen, of zou het de verhoudingen verstoren? Het proces dat zich toen in mijn hoofd afspeelde was identiek aan datgene wat Simone bepleit: Kijk naar jezelf. Wat doet het met je?
Waarom maakte ik mij druk wat Simone ervan zou zeggen als ik haar boek had volgekliederd?
En als my worst fears bewaarheid zouden worden en ze zou weigeren het te signeren, was dat dan een reden om het niet te doen?
Simone’s boek zit vol met taboes die ze gewetenloos (of juist gewetensvol dus) tegen het licht houdt. En één daarvan is ons taboe iets te weigeren dat wordt gegeven. Ze komt met een prachtig voorbeeld van haar vader die vlak na een ruzie met zijn vrouw dit afreageert op Simone, die in de speelgoedwinkel iets uit mag zoeken. Hij dringt haar allemaal cadeau’s op. Wil ze dit niet? Dat misschien? De aandacht mist. Simone begint te huilen.
Het taboe zit niet alleen in het iets weigeren dat wordt gegeven, zoals Simone op dat moment het cadeau van haar vader niet kan weigeren, maar ook in het iets geven dat geweigerd kan worden, waardoor we angstig worden en ervoor kiezen dan maar niets te geven om onszelf het risico te besparen afgewezen te worden. Zoals ik overwoog mijn boek maagdelijk te houden, zodat Simone mij er niet op kon afwijzen. Terwijl ik nu, mét mijn beduimelde exemplaar, Simone de ruimte geef te reageren zoals ze wil. Zoals ik iedereen de ruimte wens te geven te reageren zoals zij willen. Zoals ik ook van iedereen de ruimte wens te krijgen te reageren zoals ik wil én te geven wat ik wil.
Maar een monogame relatie is een relatie waarbij ik het boek precies zo aanlever zoals Simone dat wil, zodat zij van mij blijft houden. En als ik desondanks wil krassen en schrijven in het boek, koop ik een nieuwe voor daarnaast. Want het cover-to-cover uitgeleefde exemplaar zou haar maar pijn doen, en ik wil haar geen pijn doen.
Door deze vergelijking wordt duidelijk dat monogamie mij de mogelijkheid ontneemt mijzelf te laten zien, en ik ga kontendraaien om maar niet afgewezen te worden. En ik ontneem Simone de mogelijkheid mij te zien, en te waarderen of af te wijzen op wie ik “echt” ben. Monogamie wordt zo de dood in de pot voor persoonlijke groei.
In de vele interviews met Simone is zij genuanceerder. Daarin zegt zij: Iedere relatievorm, mits bewust gekozen, is goed. Daarmee neemt zij afstand van het demoniseren van monogamie. En terecht. Want het probleem zit niet in de relatievorm, maar in de onwil van mensen deze bewust aan te gaan en zich vervolgens wél beklagen (of op zijn minst verbazen) over alle problemen en onvrede die eruit voortkomen.
Dit artikel heet: Monogamie als Zwarte Piet. Dit komt van de uitdrukking “Zwarte Pieten”- iets of iemand de Zwarte Piet toeschuiven. Dit is nooit terecht. Ook in Simone’s essay is het feitelijk onterecht dat ze de monogame relatie de schuld in de schoenen schuift. De ingedutte beklemmende monogame relatie waarin beide partners naar hartenlust elkaar overal de schuld van geven is een gevolg van een veel dieper probleem: namelijk het onvermogen of de onwil om verantwoordelijkheid te nemen voor je gevoelens. Om als je de Zwarte Piet trekt je af te vragen: Wat doet dit met mij? En hoe kan ik hier op een andere manier naar kijken zodat ik uit mijn kinderlijke gekwetste reactie kom? Ik ben het niet eens met Simone die suggereert dat haar relaties soms op hetzelfde niveau blijven: ze is van de roltrap gestapt en speelt het “spel” van de relatie, om het spel. No way. Zij staat ook een roltrap. Ik sta op een roltrap! Alleen gaat die van ons ergens anders heen: in plaatst van het eindpunt van het monogame (monomane!) kerngezin, leidt die van ons tot zelfkennis, bewustzijn en een sterkere game play. Wij kunnen steeds sterkere spelers aan, steeds moeilijkere situaties, die steeds meer van ons vragen. Ik noem dit op dit blog The Major League. Een niveau waarop letterlijk alleen The Players zitten. De Don Juan’s en hun vrouwelijke tegenhangers; Zij die spelen met de liefde. En er gebeurt van alles: er wordt vals gespeeld. De regels zijn onduidelijk. Je wordt continu met jezelf geconfronteerd. Maar uiteindelijk is dit voor “ons” levenskunstenaars, wel het niveau waarop we uitgedaagd worden. Waarop wij onszelf persoonlijk kunnen ontwikkelen.
De speltheorie kan trouwens wel degelijk ook voor gezinnen en monogamisten opgaan: hun gameplay kan sterker worden bij ieder kind, bij t in huis nemen van ieder pleegkind, verhuizingen, organiseren van feestjes en t verzorgen van 50 glutenvrije, notenvrije, verantwoorde traktaties die om 8 uur s ochtends mee naar school moeten. Ik zeg niet dat er hier geen uitdagingen zijn, maar zij kiezen ervoor de structuur, de relatievorm, vast te leggen, en dat komt ze duur te staan als deze structuur flexibiliteit mist, en dus niet bestand is tegen veranderingen in gezinssamenstelling/ inkomen/ bedreigingen in de vorm van nieuwe geliefden. Dan moet je alsnog je randvoorwaarden/ vorm gaan bijstellen, terwijl je je daar nou juist niet mee bezig wil houden omdat er zoveel werk te doen is.
Het idee van de speltheorie versus de monogame relatie sluit aan bij een wijdverbreide aanname dat je mag/ moet rondfladderen als je jong bent en tegelijkertijd dat er iets mis is als je boven de dertig “nog” geen vaste relatie hebt. Individuele verschillen in belastbaarheid, talent voor monogamie etc, daargelaten zou het in zijn algemeenheid juist andersom moeten zijn: monogamie is een veilige start van je liefdesleven. Het is het ondiepe, waar je niet kunt verdrinken, en naar behoren leert zwemmen. Maar wie na zijn dertigste nog niet zelfstandig kan zwemmen, en rekent op de haak van de zwemleraar of de aanwezigheid van de kustwacht om hem te redden, die mist zelfstandigheid. Als monogamie een vaste plaats zou hebben, dan is zij er om de zwakkere of de beginners te beschermen. Zij is de vaste grond voor wie de roltrap nog helemaal niet op durft. Voor wie nog geen verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn eigen gevoelens, en niet in staat is tot zelfreflectie.
Met vijf december is ook de Zwarte Pieten discussie in bredere zin weer relevant. Deze ontvouwt zich op dezelfde wijze als het vraagstuk monogamie: Tegenstanders van Zwarte Piet en monogamie claimen dat zij erover hebben nagedacht. Voorstanders claimen in beide gevallen dat het nu eenmaal zo hoort. En ik zie een overeenkomst in de oorzaak van waarom men elkaar niet begrijpt:
Voorstanders van monogamie en Zwarte Piet houden vast aan de vorm, zonder zichzelf vragen te willen stellen als:
Wat doet deze discussie met mij?
Waar komt die weerstand vandaan dit onderwerp opnieuw te bekijken en te definiëren?
En hoe kan ik hiernaar kijken zodat ik uit mijn kinderlijke reactie kom?
Maar ook tegenstanders van Zwarte Piet, maken een fout. En het is dezelfde, en wat mij betreft de enige, fout die Simone van Saarloos maakt: zij verheffen bewustzijn tot de norm. Tot “het goede”.
Het maakt niet uit welke relatievorm, als hij maar bewust is aangegaan.
Het maakt niet uit of je voor of tegen Zwarte Piet bent, maar als je de discussie niet aan wilt gaan, dán ben je een slecht mens.
Maar die mensen willen helemaal niet naar zichzelf kijken. Of ze kunnen het niet. Zelfreflectie is de nieuwe randvoorwaarde, het nieuwe verlichtingsideaal. En daarmee is gebrek aan zelfreflectie het nieuwe taboe, of de nieuwe waterscheiding in onze samenleving; zij dit dat wel kunnen en zij die dat niet kunnen. Of niet willen.
En dit speelt niet alleen bij relatievormen – waar hele volksstammen het echt heerlijk vinden alles wat er mis is in hun leven te projecteren op hun partner (of gebrek aan partner) maar bijvoorbeeld ook bij de gezondheidszorg; de preventieve screening op kanker (bevolkingsonderzoeken) wordt ons als nationaal kalmeringsmiddel door de strot geduwd om een existentiële angst weg te duwen. Terwijl de vraag: Waarom word ik hier zo bang van? Niet gesteld wordt. Noch: hoe kunnen we de bevolking helpen anders te denken zodat zij uit hun onvolwassen reactie komen?
De vraag: Wat doet deze onzekerheid met mij, en hoe kan ik hiermee omgaan? Is er één die door de maatschappij standaard wordt beantwoord met van tevoren al gedoemde poging de onzekerheid weg te nemen. Van Saarloos legt dit feilloos bloot. Een systeem moet juist daarom zo gebouwd zijn dat t sterker wordt van de reactie op veranderende omstandigheden. Dat t transformeert en muteert, en daar steeds beter en sneller in wordt. Het systeem kan als het ware zijn eigen game play verbeteren, en daarmee tot in de lengte van dagen op hoog niveau blijven meespelen. Daarentegen is een samenleving die het wegnemen van risico’s als voornaamste defense meganism heeft, kwetsbaar en heeft daarom slechts de keus tussen leren buigen of eerst barsten.
De onmogelijkheid van het ombuigen van monogamie naar vrijheid, van Zwarte Piet naar gewoon Piet, van een starre op angst gebaseerde samenleving naar een weerbare en flexibele, zit in het gebrek aan zelfreflectie. In het onvermogen met een afstand naar het eigen handelen en de eigen emoties te kunnen kijken. En het onvermogen van Simone van Saarloos, en van mij, zit in het idee dat iedereen tot zelfreflectie in staat is en daar dan ook nog iets mee wil. Wij hebben geen geduld met mensen die ergens in de angstige krochten van het onverlichte bestaan trouwend, kinderen producerend, bang voor alles en nergens verantwoordelijkheid voor nemend, ronddolen. Dus daarom moeten wij ons afvragen:
Waarom vind ik het zo erg dat zij hiervoor kiezen?
Wat doet dit met mij?
Hoe kan ik hier anders over denken zodat ik uit mijn kinderlijke, betweterige houding kom?
Dit vermogen tot zelfreflectie is de kracht van Simone van Saarloos en van mij. Dit is onze flexibiliteit, ons talent, en hiermee kunnen wij met een gerust hart iedere verbinding aangaan; Wij benoemen, analyseren, reflecteren. Mensen relatievormen aanpraten zoals Simone en ik die hebben, is het paard achter de wagen spannen. Dat draagt absoluut niet bij aan hun welzijn, noch aan dat van ons. Dus linksom of rechtsom, monogamie verdient geen Zwarte Piet. En hoewel beide alleen als concept bestaan, staat het je vrij er rotsvast in te geloven.
Precies; het begint met loslaten van angst en beginnen met kijken naar jezelf. Wat mooi dat er eindelijk iemand goed heeft opgeschreven het het zit met die kerngezinnen/ niet kerngezinnen, en wat er daadwerkelijk onder de oppervlakte speelt op micro en macorniveau :) Ben het met je eens: alles is goed zoals het is, ook als het verandert.
En relaties? Relaties met anderen kunnen helpen jezelf te ontwikkelen; jezelf naar een hoger plateau te tillen (en dat geldt natuurlijk voor relaties-in-welke-vorm-dan-ook). Wat iets heel erg anders is dan dat je jezelf moet ontwikkelen om tot het zogenaamd hogere doel van een relatie te komen.
Boeddha is ook pas verlicht geraakt lang nadat hij zijn vrouw had verlaten. Ik bedoel maar.
Ik ben het helemaal met je eens: een (monogame) relatie kan inderdaad tot zelfontwikkeling leiden. Ook bijvoorbeeld als je bindingsangst hebt, dan is juist het vermijden van monogamie een easy way out. Ik zag geen manier om dit aspect binnen dit artikel aan bod te laten komen.
Ik vind het vrij duidelijk uit je stuk hoor.
Mijn pleidooi was juist dat al het andere net zo’n goede / mooie weg kan zijn :)
Waar natuurlijk heel het stuk al over gaat ;)