Categoriearchief: Nederlandse berichten

Pessimist

Ik dacht eerst dat de Molukker bij hun coupé hoorde. Een blanke moeder erbij, een huwelijk in de Pinkstergemeente; ik zag de ouders van de grote lichtbruine jongen al helemaal voor me. De witte jongen met het petje was in elk geval niet zijn broer, noch goede vriend. Daarvoor was het gesprek te intensief. Mannen die elkaar kennen zwijgen, of praten over voetbal.
“Ik vond het niet verantwoord haar alleen te laten fietsen, maar toen stond ik dus wel om half twee midden in de polder en moest ik nog naar huis. Zoveel gefietst die dag.” De Nederlandse neus gaf zijn statige uiterlijk iets toegankelijks.
“Ben je niet blijven slapen?” de stem van de andere jongen was zachter, zo zacht mogelijk, alsof hij zich schaamde geluid te maken.
“Dat bood ze wel aan!” De verdwaalde deerne was dus niet helemaal op haar achterhoofd gevallen. “Maar ik was dat weekend bij mijn ouders. Dan zou ik ze zondag weer nauwelijks zien.”
De Molukse man vertrok, terwijl we midden in het vacuüm Amsterdam Utrecht zweefden, de caramel kleurige jongen schonk hem een brede lach. Hij had een beugel. De laatste ontboezeming dat hij nooit reed met ook maar een druppel alcohol, stapelde zich op de berg goede eigenschappen die ik in tien minuten had ontdekt.

Tussen het twitteren door kreeg ik een sms van mijn hartsvriendin en waakhond in drie jaar internetdaten. Dat was een korte date!  Soms vind ik nummers in haar adresboek van mannen die ik al vergeten ben. Het gesprek van de jongens, of in elk geval het heldere krachtige deel dat ik kon verstaan, ging inmiddels over het woord pessimist. De lach van de jongen was aanstekelijk.
“Jij hebt toch ook VWO gedaan vroeger?” vroeg hij. Petje bleek hardnekkig onwetend.

Maar ik lig dus niet verkracht door een geile Marokkaan langs de A2, smste ik terug. Een paar weken geleden had ik dankzij slechte timing, een overvolle agenda, en bovenmenselijke beheersing, een middernachtelijk rendez vous met een godsgruwelijk foute twintiger aan mij voorbij laten gaan.
“Pessimist is ECHT een normaal woord!’ riep de jongen vrolijk, en zelfs voor zijn doen hard. Ik stak mijn hand op: “Agree!” Ik knikte erbij, en kreeg dezelfde beugelglimlach als de Molukker.
“ Straks bemoeit de hele trein zich ermee!” straalde hij tegen petje, en keek verwachtingsvol rond of er meer mensen zijn mening deelden.

De rest van het gesprek was zachter. Ik twitterde, telde nog drie goede eigenschappen, en vier van de zeven schoonheden waarvan ik er twee zelf verzon. Ik registreerde minimaal één verlangende blik van de mooie grote jongen richting petje.

Mijn telefoon piepte weer. Het was mijn vriendin. Het kan niet elke dag feest zijn.

Slechte minnaar gezocht

Wie heeft ze niet voorbij zien komen? De vrouwonvriendelijke instructies tot orale seks Beffen als een baas en Pijpen als een prinses. En wat vonden we het allemaal leuk. En nuttig. En wat heb ik mij ingehouden om niet de ontvolg, block, report knop te gebruiken voor iedere sprankelende originele, diepgeliefde tweep die superlatieven tekort kwam om zijn/haar waardering uit te spreken voor deze handleidingen tot goede seks. Herpes wens ik ze toe. Allemaal. En gezien de slordige soa voorlichting in beide stukken geef ik mijzelf een reële kans van slagen. Voor mannen raad ik ook Google aan op throat cancer hpv, maar eigenlijk was het safe sex aspect nog het minst schokkende aan de golf van waardering die deze posts kregen.

Natuurlijk begrijp ik dat niet iedereen een duffe munttheedrinkende yogamuts is als ik. En dat bij velen de piemel en de kut nog steeds dienst doen, nadat op fris sarcastische wijze voorlichting is gegeven over technieken waar je je misschien niet zo zeker over voelt. Ha ha ha ha ha! rol je door je TL, uitglijdend over de natte schaamlippen en de klodders sperma. Maar ik zeg ha ha ha to you. Want ondergetekende heeft nog nooit, maar dan ook nog nooit, iemand gehad die slecht was in bed. Geen enkele van hen, heeft dan ook de  gewraakte blogposts geRT.

Wat is goede orale seks? Stel – ik sluit mij aan bij het stuk: er zijn technieken die je kunt leren, (bijvoorbeeld van een prostituee), en daardoor komt een partner lekker klaar in je mond. Ben ik het daarmee eens? Zeker. *neemt nog een slokje Yogi tea original* Maar is de kwaliteit van iemands liefdeskunsten belangrijk? Nee. Tenzij je er voor hebt betaald.

Ervan uitgaande dat niet alle RT’s van teleurgestelde hoerenlopers kwamen, wat is dan de reden dat goede orale seks (blijkbaar) zo belangrijk is? En waarom is er (blijkbaar) zoiets als slechte orale seks? Goed en slecht, gemeten in het aantal technieken dat wordt beheerst, en het aantal hoogtepunten dat wordt behaald, geeft een score die alleen relevant is voor wie het geen kut interesseert wie op dat moment zijn lul beroert. Een studiegenootje. Het meisje uit het iglo tentje naast je. Je ex die haar laatste spullen kwam ophalen. En misschien hebben jullie door dat ik mij inmiddels beperk tot de mannelijke vorm, en het voorbeeld van de vrouw die zich laat leeglikken door wie haar maar wil bedienen er niet in zit.

Dus kwaliteit van seks? Ik ben met mannen geweest waar ik spijt van heb, maar hun perfect beheerste liefdesspel verbiedt mij ze ooit als minderwaardige minnaars weg te zetten. Ik ben met onervaren mannen naar bed geweest, intieme ervaringen die mij altijd bij zullen blijven. En er zijn keren dat ik orale seks kreeg, of gaf, die ik nog weet, en waar ik met een verlicht glimlachje aan terugdenk.

Maar wat ik onthoud zijn de keren dat we diep in elkaars ogen keken. De eerste kus. De eerste aanraking. De weken dat je geen genoeg van elkaar kreeg, en dagen in bed lag. Of die ene nacht samen dat je dacht dat er meer kwam, en hij ook van jou hield. Jullie lagen in zijn iglo.

“Zoektocht naar een slechte minnaar” tweette ik vandaag. Want die wil ik. Iemand die ook vindt dat het wel een beetje minder kan. Dat hij noch ik ware tongkunstenaars hoeven te zijn, die onbevreesd elkaars achterste likken, alsof er een oorkonde van seksueel meesterschap op ons wacht. Die geen onderscheid heeft in neukertjes en blijvertjes, want er zijn geen neukertjes. Geen scharreltjes. Geen vrouwen die alleen maar toegang krijgen tot de slaapkamer omdat ze op het juiste moment hun kaken op en van elkaar doen.

En ik weet zeker dat het mij gaat lukken. Want zulke minnaars heb ik namelijk altijd al gehad.

De roze wolk van de kind-vrije vrouw

Nicht Fien die voor de kraamtijd van haar zus naar Canada was gegaan, en volgens mijn moeder ineens terug kwam met een kinderwens. Een oudste zus; spontaan voor het eerst zwanger als de jongste zus haar eerste heeft gebaard. Elke vrouw die aan een tweede zwangerschap begint: Ik heb ze nooit begrepen. Dat je één keer, als jonge twintiger die pil aan de kant gooit, en botergeil met je vriendje in bed stapt om een kindje te maken: Soi. We doen allemaal wel eens dol. Dat je als man de behoefte hebt om je voort te planten, en je zo’n zwangerschap en bevalling nog wel iets fascinerends vindt hebben. Kan ik ook inkomen. Jullie lezen tenslotte ook manga strips. Maar dat je als vrouw, je zwangerschap instapt met gevoelens anywhere short van doodsangst, je de medische en spirituele risico’s van een bevalling niet ergens rankt in de categorie “gang-rape in Ghana”? You lost me there. Postnatale depressie, ik geloof er niet in. Post traumatische stress stoornis, lijkt mij een nauwkeurigere diagnose. En de chronische stress moet dan nog beginnen. 18 jaar lang.

Natuurlijk

Het meest gehoorde argument om zwangerschappen, bevallingen, en psychotisch slaaptekort toch vooral door een roze bril te blijven zien is dat het natuurlijk zou zijn. Daar ben ik het helemaal mee eens. Zoals heroïne ook natuurlijk is. En tbc. En een procentje of 20 uitval in het kraambed. Zoals sterven op het moment dat je kinderen voor zichzelf kunnen zorgen ook natuurlijk is, want vanuit de natuur gezien ben je namelijk overbodig geworden. Allemaal heel natuurlijk. Je man die zijn zaad over vreemde akkers laat lopen. Ingewisseld worden voor een jonger wifey. Het is allemaal zo natuurlijk. Maar maakt het dat ok? De natuur is gericht op overleven van de soort. En met 7 miljard mensen op de wereld, zal het de natuur worst zijn of er een vrouw meer of minder in het kraambed sterft. Of haar polsen doorsnijdt in het kinderbad. De natuur kan dat wel lijen. Jouw roze bril niet.

De mythe van het moederschap

Een blozende vrouw, wat rond om de heupen, die haar dinsdagavond groep zwangerschapsyoga overhaalt toch vooral thuis te bevallen. Zelf heeft ze ook thuis gebaarde kinderen, in een mantra en een zucht op de wereld gezet. “Wees ontspannen en heb vertrouwen,” drukt ze haar jonge toehoorders op het hart. Als de dames vertrekken klinken de superlatieven over borstvoeding nog na in hun hoofd. Niemand heeft het woord orgastisch in de mond genomen, maar allen vertrekken ze even opgewonden.

Wake up! Wie vrouwen kent die zijn bevallen weet dat er relaxte vrouwen zijn met 30 uur puffen en een totaal ruptuur. En neurotica’s die met een thuisbevalling van 4 uurtjes hooguit even de douche schoon moeten maken. Die roze wolk waar vrouwen dus opgejaagd worden, dat als ze de innerlijke rust zijn het baby-nirvana op hun wacht, bestaat helemaal niet. Sommige vrouwen krijgen een roze wolk van God, het Universum of Sinterklaas. Anderen een zwarte tsunami. En voor de nasleep van de bevalling, de gezondheid van hun kind, en de overlevingskans van het huwelijk geldt min of meer hetzelfde. Begin maar vast met bidden.

Blij kinder-vrij

Ik was uitgerekend maar mijn buik was nog aan de kleine kant, iedereen zei dat ik zou bevallen. Ik verlangde ernaar dat het al zover was. Die grens, ergens tussen dood en leven. Tussen opengescheurd of opengesneden. Het zou een zoon zijn. Hij zou van mij zijn. Een vader was er niet.

Mijn kat gaf mij kopjes en wekte mij uit de droom. De onheilspellende opwinding van mijn naderende bevalling ebde weg, en maakte plaats voor een rozige gelukzaligheid. Ik staarde in de ronde gespikkelde ogen van mijn kater. Jammer dat nooit iemand zou aannemen hoe fijn het is om geen kinderen te hebben. Mijn roze wolk duurt mijn hele leven lang.

 

 

Vijf

 

1.
“Kijk eens wie we daar hebben!”
Begroet mijn vader zijn jongste broer.

2.
Hij heeft twee maanden niet gegeten maar het smaakt hem niet.

3.
Ik bel mijn tante, zonder te weten wat ik nog kan zeggen.

4.
Koop maar niets aanstootgevends, sust mijn moeder.

5.
“Die snelle dood nemen ze ons niet meer af.”
Voor het eerst is hij de oudste.

Voor hen die ringen dragen

Pakistaans? Arabisch? De vrouw met de volle lokken en olijfgetinte huid sprak in elk geval Engels, en bombardeerde mij onder de vuile blikken. Ook haar boomlange gay-best friend, met wie ik aan het begin van de avond nog erotische fantasieen over Ian Somerhalder had gedeeld, negeerde mij aan het einde van de potluck party inmiddels vakkundig. Vanaf de Tiramusu, was de buffer tussen ons  vijf meter en een clubje pratende expats. Ik sloot mij zwijgend aan bij een conversatie, om de  gastvrouw te zeggen dat ik naar huis ging, toen de Egyptische schone het woord tot mij richtte.
“ You know Nathan and Lara right?”
Mijn laatste slok witte wijn proestte in de gootsteen van het kookeiland. En dat was nog voor ik wist waar deze Cleopatra mijn ex-minnaar en ex-beste vriendin van kende.
“ I heard they’re back together again,”  zei ze toen ik mijn mond afveegde.

Nathan had tijdens onze affaire een relatie, naar nu bleek dus met deze Cleopatra. Hij bedroog haar met mij en willekeurig 37 andere zakelijke contacten, kroegmaatjes en exen. Cleopatra vindt een sms, smijt Nathan eruit, ik kom erachter dat hij aan het pimpampetten is met mijn beste vriendin. Het was allemaal jaren geleden maar de pijn droop ook op deze avond, na therapie, nieuwe vriendjes, en eindeloos vallen en weer opstaan, tussen onze verwensingen en vloeken.  Buitenechtelijke relaties blinken zelden uit in openheid, slurpen tijd, veroorzaken bergen verdriet en eindigen er meestal mee dat iedereen elkaar hoer noemt. Dat doe ik tenminste.

Cleopatra en ik sloten de gelederen. In een stille hoek van de keuken hieven wij het glas. To us. To love. May Nathan rot in hell. May Lara give him herpes.
Deze dingen verzin ik nu, want in werkelijkheid ging er zoveel drank doorheen dat ik geen idee heb waar we allemaal op hebben getoast. Ook alle geheimen die ze mij vertelde over Nathan ben ik goeddeels vergeten, hoewel ik mij nog herinner dat ik bepaalde dingen nipt voor haar wist te verzwijgen omdat ze haar zouden kwetsen. “ Had ik u maar eerder gekend, Hellenistische Heerseres, nooit zou ik u hebben bedrogen!” Ook dat wist ik voor mij te houden, dit keer om haar niet de stuipen op het lijf te jagen.

Het was aan die keukentafel dat ik mijzelf beloofde dat dit de eerste en de laatste keer was, dat ik mij moest schamen voor wat ik had gedaan.  Nathan’s excuus kwam nooit verder dan “ It’s complicated”  maar ook “ Mijn vrouw weet ervan.” , “ Wij liggen in scheiding.” Of “ Wij hebben een open relatie,” zou voortaan niet genoeg zijn om mijn stringetje uit te doen. Ook dat soort dingen wil ik uit haar mond horen.

Voor wie dat wil kan ik een stuk schrijven, over hoe wij (alleenstaande vrouwen) echt niet altijd zitten te vlassen op je echtgenoot. Wij hebben onze verplichtingen, carrieres, vriendinnen waar we elke mogelijke intimiteit mee delen. Zelfs vakanties, donkere kerstdagen en de druilerige zondagmiddag hebben we naar volle tevredenheid van onszelf ingevuld.  We zitten niet te wachten op een vent. En al helemaal niet op een single die naast ons nog vier andere kippetjes bespringt. Dan hebben we liever een getrouwde man, die het gewoon met zijn vrouw doet.

En jullie hebben een huis in een buitenwijk, deeltijdfuncties, een ivf tweeling en een zoontje met adhd. Dat is een investering die beschermd moet worden. Zodra één van jullie hele dubbellevens aanlegt op Twitter, Secondlove of de cruisingstrook van de A2, waait dat kaartenhuis om voordat de hypotheek is betaald.

Als je een vaste minnares zoekt voor jouw echtgenoot of vaste vriend, neem dan contact met mij op. Met pasfoto & aanbevelingsbrief altijd antwoord. Ik wil maar één relatie, maar bi-seksuele mannen mogen ook samen.

Verder ben ik straight as a doornail dus ik stap niet in jullie echtelijke sponde.
Al ben je de Koningin van Panama.

 

 

Qui rogat, non errat

Een klein opgewonden vlekje in de fuchsia string.  Ik lach ernaar terwijl ik plas, en maak vellen wc papier nat onder de kraan. Met mijn adem in dep ik ijskoud de binnenste schaamlippen en het gladde vocht rond de ingang. Gebonk op het raam naar de tuin.
Twee handen vormen een figuur tegen het gebobbelde ondoorzichtige glas.
“ Hartje!”  roept Valentijn.
Ik hoor de sigaret die tussen zijn lippen wiebelt.

We eten vers wit stokbrood dat naar vakantie smaakt, met roomboter en parmaham.
“ Stond die computer daar vorige week ook al?’  kruimel ik mijn bord vol. Over een reuze processor is een plastic hoes getrokken, waar een appel opstaat.
“ Was dat van vroeger, toen ze die doorzichtige monitoren hadden?”  vraag ik.
“ Nee, dat was de MacIntosh. Daar zat de computer al in. Deze ga ik ombouwen tot koelkast. Alle bruikbare dingen zijn er al uit.”
Ik stel mij de mini-bar voor in de studentenkamer. Tussen zijn bureau en het Nespresso apparaat. Hoeven we niet meer naar beneden voor de cappuccino melk en de rosé.
“ Je lijkt MacGuyver wel,” concludeer ik.
Maar Valentijn verzekert mij van niet.
“ Die maakte zoiets uit een haarspeld en een banaan. Ik koop gewoon een koelelement.”

Hij trekt me op schoot, languit over het krakende leer.
“ Heb ik je nou te hard gezoend?’ Zijn blauwe ogen lachen mij uit.“ Want ik proef bloed, en ik ben het niet.”
Hij bestudeert een sneetje aan de binnenkant van mijn onderlip. Stilzwijgend onderga ik zijn inspectie.
“ Wil je nog wel zoenen dan?”  Mijn vraag prikt, bijt, schuurt.
“ Dat laat ik aan jou.”
Geen angst. Geen twijfel. Ook na lang staren kan ik geen barstje ontdekken in zijn zelfvertrouwen.
“Ga je mee naar bed?”  fluistert hij, na mijn kus. “ Ook al is dat maar een halve meter verder.”
Het lichtje in een kleine vitrine met sex toys is aan. Er ligt geen doek over.

***
We zitten na het avond eten op de bank. Zijn blote voeten tegen mijn buik, mijn voeten in zijn schoot.
“ Volgens mij zit hier Patchouli in,”  ruik ik de tube, als ik voor de vierde keer mijn palm vul met bodylotion. De droge huid van zijn voeten zuigt alles direct op.
“ Dat zou kunnen. Ik heb alledrie de geuren. Volgens mij is dit kaneel.”
Hij wikkelt mijn voeten in een witte handdoek, en reikt mij zijn tube aan.
We wisselen tubes, hij vertelt over een hotel in Amerika waar dit merk standaard in de kamers ligt. Mijn voeten stralen als hij ze uit hun deken haalt en ze weer begint te masseren.

Hoe ik over samenwonen denk. Over elkaars familie zien. Valentijn vraagt dingen die jarenlang geen man wilde hebben, of die ik nooit heb willen delen. Hij wroet in de 15 jaar die ik ouder ben dan hij.
“ Ik wil het weten,” zegt hij, elke keer als ik hem laat wachten op een antwoord.

Seks. De lucht klaart op. We maken grapjes over onze vrijpartij en de rollen die ook in bed vanzelfsprekend zijn verdeeld. Hij vraagt, ik stem in. Hij stelt voor, leidt, overschrijdt grenzen. Ik onderga, geniet, volg op. Of ik stel uit.
“ Zal ik je dan nu vertellen wanneer ik ook klaar ben voor geen condooms?”
Ik masseer zijn ruwe voetzolen. Hij kust mijn tenen. Ik praat over zijn laatste test, en die van mij. Over  monogamie en blindelings vertrouwen. Valentijn trekt mij naar zich toe. De omhelzing duurt zo lang dat zijn stem me wakker maakt.
“ Lauren, ik moet je dit vragen. Maar als je ooit zwanger zou worden, wat zou je dan doen?”

Ik slik. Zijn blik is vol mededogen, zoals een dokter, zonder dat het je iets zou vertellen over hoe ziek je bent. Secondes tikken voorbij. Ik drink ze, sla ze op, kerf ze in diepe groeven. Ik begin mijn antwoord met dat je het nooit zeker kan weten totdat het zover is.

***
Valentijn staat buiten met mijn bagage. Ik zit op het toilet.
“ Het doet niet eens pijn,” roep ik door het ruitje heen en staar weer naar de plas. Zijn vingers. Zijn toys. Zijn pik. Waar houtje-touwtje-seks met andere mannen al kon leiden tot gevoelig plassen laat Valentijn’s gevarieerde repertoire op geen enkele wijze sporen na. Doortrekken. Wassen. Ik schud het koude water af en veeg mijn handen droog.
“ Valentijn?” roep ik door het grijsgrauwe glas.

Als één beweging zetten we onze handen tegen elkaar op de ruit. De hartjes zijn even groot. Aan de lach hoor ik dat zijn sigaret al uit was.

Lust voor het oog

 

Lust voor het oog

Je hand gleed over zijn vlakke jonge buik, maar je hield je in. Je duwde je neus in zijn hals, spreidde je benen zodat je hem door je kleren heen kon voelen, en kreunde van het verlangen dat het opriep in plaats van bevredigde. Je wachtte een maand, tien dagen, of twee droge witte wijn, en het duurde eindeloos. Maar nu is het zover. Lees verder