Dat ik nog wist in welke maand we elkaar hadden ontmoet.
Waarom zijn exotische schoonheid boven alle andere verheven was.
Dat ik de jaren kon tellen dat we elkaar nooit hadden gezien en de verliefdheid was gebleven.
Het duurde even voor ik mij realiseerde dat mijn minutenlange betoog, over dat je sommige mannen nou eenmaal nooit vergeet, misschien niet was wat een vrouw die net drie vrije dagen kapot had gehuild, wilde horen. Maar Famke stelde mij gerust.
“Ben ik tenminste niet de enige gekkin.”
Het was al meer dan een jaar uit, en er waren al andere mannen geweest. Sinds kort zelfs een 21 jarige die Famke (zelf opgegroeid met Maya de Bij) na een nacht in de kroeg door haar bed had gehaald. En nog was er die pijn. Dat schurende, kloppende knagen, dat de eerste dagen dat je vrij bent bijna prettig aanvoelt. Al is het maar van opluchting omdat je het nu niet meer hoeft weg te drukken om sociaal, productief, en normaal te zijn. Maar dat je daarna alsnog met een mokerslag je tegen de vlakte hamert. Voor iemand die net drie dagen coma huilen achter de rug had, zag ze er belachelijk stralend uit.
“Ik ben weer begonnen met roken,” verklaarde ze.
We trokken vanaf de blauwe borden van Hoog Catherijne, die al lang geen blauwe borden meer waren, het snikhete Utrecht in, op zoek naar verkoeling. Het opschrijfboekje in mijn tas, want ik ging haar leegwringen. Eindelijk kende ik iemand die het ook met een jonge man had gedaan. En daarnaast wil ik alles weten over vroeger, de tijd dat ik haar broertje Auke op een haar na had ontmaagd.
De reünie de dag ervoor was ook een enkele reis teletijdmachine naar de 90’s. Een oud studievriend bezocht mijn woningbouwhuisje, en deed zich tegoed aan de onkruidbak die op mijn leeftijd een Intratuintje hoorde te zijn, mijn snotverwende katjes, en de vierpitter met de sticker “1 maand garantie”. Zelf had hij een kookeiland met inductieplaat. In zijn stationwagon met kinderzitjes reden we richting de reunie. Het grootste deel van het brallerige terras had ik 15 jaar niet gezien. We constateerden dat we er met 40 allemaal nog erg strak, stralend en gelukkig uitzagen.
“Is Melle er niet?” vroeg ik terloops. Melle was een heerlijk jong geweest, net zo leuk als mijn eigen vriend indertijd. Mijn vriend ving kikkers, en Melle hielp de schapen met lammeren. Ze leken ook in andere opzichten op elkaar.
Maar Melle was er niet. En mijn inmiddels ex-vriend ook niet.
“Melle was drie jaar jonger,” trok een jaargenote een onsmakelijk gezicht.
Waarop de twee andere vrouwelijke jaargenoten opmerkten dat ze tegenwoordig door studenten en ander grut achterna werden gezeten. Of de heren die obsessie voor ouder nou ook hadden gehad, toen ze zo jong waren.
Het antwoord op de vraag ontging mij, want ik had ongelofelijke honger en de ober was mijn bitterballen vergeten.
Ledig Erf deed zijn naam eer aan, en Famke en ik kozen een tafel op de lege helft van het terras. De wijn was vrieskoud, en mijn bitterballen kwamen direct. Nog voor de tweede wijn hadden we tot in detail de bedprestaties van Famke’s scholier besproken.
“Ongelofelijk dat ze al zo goed kunnen neuken niet?” Ook roemde Famke zijn zorgzaamheid, en het geduld toen hij er achter kwam dat hij met “een wereldvreemd vrouwtje” van doen had. Dat was althans haar eigen conclusie toen ze hem had gevraagd of ze nu een kauwgar was.
“Waarom heb je dan geen contact meer met hem?” informeerde ik. “Je had de afgelopen week ook op je rug, tussen de chocola en de condooms kunnen doorbrengen.”
Famke beloofde me plechtig dat ze het alsnog zou overwegen, volgende vakantie week.
“Hij heeft wel al een relatie. Met een heel gemeen meisje.”
In de jaren 90 woonden Famke en ik hetzelfde studentenhuis. Mijn gelukkige relatie voorkwam helaas niet dat ik regelmatig andere mannen begeerde. Door deze verleidingen te delen met iedereen die het wilde horen, of niet wilde horen, voorkwam ik effectief dat ik vreemd ging of mij vergreep aan iemand’s maagdelijkheid. Geen Auke. Geen Melle. Sociale controle was mijn redding. Ik wilde immers niet het slettebakje van mijn studie noch de harlot van mijn huis worden. Liever was ik de Koningin van de Zelfbeheersing.
“Denk je achteraf dat ik wel of niet met Auke had kunnen doen?” vraag ik haar op de vrouw af. “Of was dat fucked up geweest?”
Famke haalt haar schouders op.
“Ach, hij date al vanaf zijn 20e in Groningen, omdat in Friesland de vrouwen op waren. Ik geloof niet dat er nou zo heel veel aan stuk kon.”
De nacht dat Auke met zijn vriend in de casa van zijn grote zus zou logeren, was ik bij mijn vriend gaan slapen. Ik wilde de cougar niet op het spek binden. De jongens hadden pizza gemaakt in de pan, omdat er niemand thuis was om uit te leggen hoe de oven werkte.
Famke suggereert dat ik Auke maar moet mailen, vragen hoe hij er tegenaan kijkt.
“Maar als over een week ineens zijn verkering kapot is, dan weet ik van niks hoor.”
Maar ik stel haar gerust dat ik nooit iets begin met mannen die al een vriendin hebben. Famke steekt een Marlboro op en schenkt me een gulle lach.
“Auke is toch veels te oud. Hij weet zelfs al hoe de oven werkt.”