Tag archieven: 1991

Reünie

 

Dat ik nog wist in welke maand we elkaar hadden ontmoet.
Waarom zijn exotische schoonheid boven alle andere verheven was.
Dat ik de jaren kon tellen dat we elkaar nooit hadden gezien en de verliefdheid was gebleven.

Het duurde even voor ik mij realiseerde dat mijn minutenlange betoog, over dat je sommige mannen nou eenmaal nooit vergeet, misschien niet was wat een vrouw die net drie vrije dagen kapot had gehuild, wilde horen. Maar Famke stelde mij gerust.
“Ben ik tenminste niet de enige gekkin.”
Het was al meer dan een jaar uit, en er waren al andere mannen geweest. Sinds kort zelfs een 21 jarige die Famke (zelf opgegroeid met Maya de Bij) na een nacht in de kroeg door haar bed had gehaald. En nog was er die pijn. Dat schurende, kloppende knagen, dat de eerste dagen dat je vrij bent bijna prettig aanvoelt. Al is het maar van opluchting omdat je het nu niet meer hoeft weg te drukken om sociaal, productief, en normaal te zijn. Maar dat je daarna alsnog met een mokerslag je tegen de vlakte hamert. Voor iemand die net drie dagen coma huilen achter de rug had, zag ze er belachelijk stralend uit.
“Ik ben weer begonnen met roken,” verklaarde ze.
We trokken vanaf de blauwe borden van Hoog Catherijne, die al lang geen blauwe borden meer waren, het snikhete Utrecht in, op zoek naar verkoeling. Het opschrijfboekje in mijn tas, want ik ging haar leegwringen. Eindelijk kende ik iemand die het ook met een jonge man had gedaan. En daarnaast wil ik alles weten over vroeger, de tijd dat ik haar broertje Auke op een haar na had ontmaagd.

De reünie de dag ervoor was ook een enkele reis teletijdmachine naar de 90’s. Een oud studievriend bezocht mijn woningbouwhuisje, en deed zich tegoed aan de onkruidbak die op mijn leeftijd een Intratuintje hoorde te zijn, mijn snotverwende katjes, en de vierpitter met de sticker “1 maand garantie”. Zelf had hij een kookeiland met inductieplaat. In zijn stationwagon met kinderzitjes reden we richting de reunie. Het grootste deel van het brallerige terras had ik 15 jaar niet gezien. We constateerden dat we er met 40 allemaal nog erg strak, stralend en gelukkig uitzagen.
“Is Melle er niet?” vroeg ik terloops. Melle was een heerlijk jong geweest, net zo leuk als mijn eigen vriend indertijd. Mijn vriend ving kikkers, en Melle hielp de schapen met lammeren. Ze leken ook in andere opzichten op elkaar.
Maar Melle was er niet. En mijn inmiddels ex-vriend ook niet.
“Melle was drie jaar jonger,” trok een jaargenote een onsmakelijk gezicht.
Waarop de twee andere vrouwelijke jaargenoten opmerkten dat ze tegenwoordig door studenten en ander grut achterna werden gezeten. Of de heren die obsessie voor ouder nou ook hadden gehad, toen ze zo jong waren.
Het antwoord op de vraag ontging mij, want ik had ongelofelijke honger en de ober was mijn bitterballen vergeten.

Ledig Erf deed zijn naam eer aan, en Famke en ik kozen een tafel op de lege helft van het terras. De wijn was vrieskoud, en mijn bitterballen kwamen direct. Nog voor de tweede wijn hadden we tot in detail de bedprestaties van Famke’s scholier besproken.
“Ongelofelijk dat ze al zo goed kunnen neuken niet?” Ook roemde Famke zijn zorgzaamheid, en het geduld toen hij er achter kwam dat hij met “een wereldvreemd vrouwtje” van doen had. Dat was althans haar eigen conclusie toen ze hem had gevraagd of ze nu een kauwgar was.
“Waarom heb je dan geen contact meer met hem?” informeerde ik. “Je had de afgelopen week ook op je rug, tussen de chocola en de condooms kunnen doorbrengen.”
Famke beloofde me plechtig dat ze het alsnog zou overwegen, volgende vakantie week.
“Hij heeft wel al een relatie. Met een heel gemeen meisje.”

In de jaren 90 woonden Famke en ik hetzelfde studentenhuis. Mijn gelukkige relatie voorkwam helaas niet dat ik regelmatig andere mannen begeerde. Door deze verleidingen te delen met iedereen die het wilde horen, of niet wilde horen, voorkwam ik effectief dat ik vreemd ging of mij vergreep aan iemand’s maagdelijkheid. Geen Auke. Geen Melle. Sociale controle was mijn redding. Ik wilde immers niet het slettebakje van mijn studie noch de harlot van mijn huis worden. Liever was ik de Koningin van de Zelfbeheersing.

“Denk je achteraf dat ik wel of niet met Auke had kunnen doen?” vraag ik haar op de vrouw af. “Of was dat fucked up geweest?”
Famke haalt haar schouders op.
“Ach, hij date al vanaf zijn 20e in Groningen, omdat in Friesland de vrouwen op waren. Ik geloof niet dat er nou zo heel veel aan stuk kon.”
De nacht dat Auke met zijn vriend in de casa van zijn grote zus zou logeren, was ik bij mijn vriend gaan slapen. Ik wilde de cougar niet op het spek binden. De jongens hadden pizza gemaakt in de pan, omdat er niemand thuis was om uit te leggen hoe de oven werkte.
Famke suggereert dat ik Auke maar moet mailen, vragen hoe hij er tegenaan kijkt.
“Maar als over een week ineens zijn verkering kapot is, dan weet ik van niks hoor.”
Maar ik stel haar gerust dat ik nooit iets begin met mannen die al een vriendin hebben. Famke steekt een Marlboro op en schenkt me een gulle lach.
“Auke is toch veels te oud. Hij weet zelfs al hoe de oven werkt.”

 

 

Class of 1991

 

One had baby blue eyes, and liked football riots.
One was cheerful and innocent.
One an overly confident fashion model.
One was skeptical. He had older sisters and had become an uncle when he was 10.
One was playful like a monkey and suggested a “little shag” in the morning.
And from the 400 male students that started in my year, only one was brown. Lees verder

Brief voor Benjamin

2007

Hoi Benjamin,

Zie jij hem nog wel eens? Mijn geliefde romanpersonage? Iedere dag scroll ik langs zijn hoofdstukken. Soms lees ik een opwindende zin: “Benjamin duwt zacht, dan dieper.” Beleefd scroll ik dan weg omdat ik denk dat jij dat fijner vindt.

Laatst heb ik Benjamin’s inleidende beschrijving ingevoegd zodat de lezer nu ook verliefd is op de zelfverzekerde student. Ze heeft zijn donkere uiterlijk bewonderd, dat ze niet kon thuisbrengen. Onbewust schuifelt ze even tegen hem aan, na iedere schijnbaar toevallige aanraking van zijn handen.
“ Ik wil trouw zijn aan mijn vriendje,” zegt ze maar weer eens tegen zichzelf.
“ Je komt alleen bij ons slapen,” glimlacht Benjamin geruststellend. Waarmee hij nog niet verklapt dat ons een blonde Fries is. Schaars gekleed in spijkerbroek serveert deze charmante minnaar warme thee en chocola aan de keukentafel. De reden om trouw te zijn vervaagt. Haar hand zoekt die van Benjamin. Ze strengelt en knijpt zijn vingers, hopend dat hij begrijpt dat ze van gedachte is veranderd.

De jonge Benjamin verzorg ik goed. Met het verliefde meisje en de vriend waar hij een vrijblijvende aantrekking toe voelt, komt hij niets tekort. Maar met jou, de echte Benjamin, de inmiddels succesvolle volwassen man die ik sinds onze encounter 15 jaar geleden niet meer heb ontmoet, daar heb ik al maanden niets van gehoord. We mailden een tijdje. Verrassend vrijdenkend las jij de situatie waar je na het samenvoegen van een aantal verhaallijnen, door mij in was geschreven. Kleine stukken van ons gezamenlijk verleden waren in een zeer suggestieve vorm gekneed. Als een beeldhouwwerk dat voor het eerst door een ander werd aangeraakt, zo spannend vond ik je reactie op een erotische passage die nog niemand had gelezen. Mijn keuzes waren juist geweest; je zuchtte naar de afloop. Wanneer kwam dat boek uit? Je korte mail bevatte genoeg woorden om mij terug te brengen naar vroeger, toen je mij verleidde af te maken wat ik begonnen was. Verdrietig zweeg hierna de hotmail. Het was voorbij.

Was het omdat ik opbiechtte je per ongeluk weer heel leuk te vinden, en wist je niet zo goed wat daar nu op te zeggen? Of om mijn suggestie zelf een bevredigend einde te schrijven? Ergens ben ik de fout ingegaan.

Een schrijver beklaagde zich ooit bij mij, dat mannen niet aanbeden werden. Geen vrouw had zich volgens hem ooit laten inspireren door een manlijke muze. “Maar wel zeuren over drankgebruik en ontrouw,” zo rondde hij zijn beschuldiging af.
Maar mijn liefde is anders. Schaamteloos bloeit zij nergens zo fel als in het gezelschap van manlijke schoonheid. Regels, alinea’s, pagina’s vol laat ik mij inspireren. “Een man moet in een vrouw de godin aanbidden, en zij in hem het goddelijke zien,” gaf ik mijn devotie een spiritueel randje.

Wat zowel de schrijver als ik helaas over het hoofd zagen, is de onwennigheid voor een man deze rol te dragen. Geliefd zijn valt de heren zwaar. Beroemd aanbeden worden, hoe vaak hebben ze er niet van gedroomd, maar als het zover is ontneemt zoveel bewondering de adem. Argwanend ontvangen zij deze liefde die niet op hun initiatief veroverd is.

Dus wat  zal ik je schenken? Op de vooravond van je verjaardag. Mijn laatste offer aan een God die nooit antwoordt, aan een koppig manlijke muze die zich kwaad zwijgend afwendde. Mijn cadeau ligt digitaal, tussen 1-en en nullen. Virtueel, in domeinen die de mijne zijn. Zwart op helwit printpapier en straks in iedere boekhandel tussen treinreizigers en kaartmolentjes. Langer dan jij of ik zullen leven, word je beschermd door tijdloze letters en onsterfelijke woorden. Wordt het lichaam dat nog T-shirts draagt in plaats van pakken gestreeld, de jonge mond dubbel gekust, de lust die volledig  trouw was aan zichzelf beantwoord. De 19 jarige Benjamin, voor eeuwig.

Liefs,

Lauren

Deze brief werd in 2007 geschreven.
“Mango” wordt op dit moment opnieuw door mij bekeken, en ik zal mijn uiterste best doen het echtecht in 2011 uit te geven.