Ik ben heel voorspelbaar. Schotel mij een mooie donkere jongen voor, liefst met hese zachte stem, en ik rol spontaan op mijn rug met al mijn cougar pootjes kraaiend door de lucht. Dat kan Taylor Lautner zijn. Of Geza Weisz. Jesse Nambiar. Luke Pasqualino. Maar ik kan ook 15 mannen noemen die geen 21 zijn, en soms zelfs (de horror) blank, echter allemaal namen die jullie net zo min iets zouden zeggen. Nou vooruit – Brad Pitt, Lenny Kravitz en Denzel Washington.
Het Handboek voor de liefdespanter is niet bedoeld om mijn vrij voorspelbare reactie op het elite corps van het mannelijk ras te verklaren. “Tenzij je het uiterlijk hebt van Arie Boomsma…” begint zo’n alinea dan. Want wie het zo getroffen heeft, kan wel een potje breken bij de vrouwtjes. Een seksschandaaltje hier en daar. Een foei-lelijk karakter. Een drugsverslaving die als oorlogswond wordt geëtaleerd. Het wordt meneer allemaal vergeven. Nee, dit boek is “een succesgids voor de kansloze casanova” zoals de ondertitel aangeeft. De self-made man op het gebied van de liefde. En die blijk ik ook te kennen, want Jan Heemskerk, jaren de baas bij het grootste mannenblad van Nederland, heeft zich vanaf de logge, slecht geklede achterhoede opgewerkt tot de pussy magnets van de apenrots.
Me and Jan Heemskerk. Laten we daar even duidelijk over zijn, voor er verhalen komen. Het is een man waarvan ik mij altijd heb afgevraagd hoe het komt dat ik hem aantrekkelijk vind. Aangezien Jody Bernal er twee keer lang en breed inpast, valt Jan af als “mijn type”. En blank en blond en groene ogen…. Jan doet mij nog het meest denken aan mijn vriend Hagrid, een polygame zwartbaardige zeerover met een levende harem. Elke keer als ik bij ons afscheid mijn armen om Hagrid’s grote postuur sla en mijn wang tegen zijn navel vlei, drukt hij mij op het hart (of iets lager): “Je weet het! Je kan zo meer krijgen schat.”
Ook bij Jan zou ik dan verward doch beslist nee zuchten. Hoewel, iets minder beslist. Jan hoef ik immers alleen maar te delen met Mevrouw Heemskerk.
Aangezien Jan dus tot het selecte gezelschap van mannen behoort die mij zonder driedubbele salto van de hoge duikplank, zonder zwoel gezongen lied, en zonder modellencontract bij een Frans parfumhuis, het bed in zou kunnen krijgen, geef ik de man wel de nodige credits op het gebied van de Liefde. Jan knows stuff. Als wat Jan doet is aangeleerd, betekent dit dat alle mannen die ik niet aantrekkelijk vind Jan Heemskerk kunnen worden. Of dan op zijn minst Marcel Langedijk.
Het boek opent met de 1-staps aanpak tot seks in de oertijd (tikje op het hoofd met de knots, en doe je ding) en de belofte dat het boek uitlegt hoe je vandaag de dag bewapend met pen, pollepel of gitaar, geweldloos aan je trekken komt. De indeling is in de vorm van 11 liefdespanters, die 11 kwaliteiten vertegenwoordigen.
Nu is de verleiding groot, als de buik van Jan H. waar ik mij als God het wil ooit nog tegen aan zal vleien, de leukste, sprankelendste, nuttigste tips, hier te herhalen. Dat bewijst dat Handboek voor de liefdespanter, succesgids voor de kansloze casanova door Jan Heemskerk en Marcel Langendijk uitgegeven door Prometheus een boek is dat je je verwarde zelf (male or female), je langzaam uitzakkende partner of een 40 jarige maagd cadeau kan doen. Maar wellicht koop je het boek wel niet meer als ik de grootste aha-erlebnissen al deel.
Wil je als man weten waarom je geen succes hebt bij de vrouwtjes, of als vrouw waarom je dwars tegen al je voorkeuren heel makkelijk uit je broekje bent te krijgen (ja, ook jij ja!), en wil je er bovendien hardop om lachen? KOOP DAN DIT BOEK.
Zelf leef ik al maanden solitair, vermoedelijk ga ik voor de tweede keer een jaar volmaken sans seks. Misschien schrijf ik wel een boek deze winter: Handboek voor de liefdespanda. Voor alle wijfjes die net als ik op 1 keer per jaar uitkomen. Want als het 11 hoofdstuk tellende Handboek voor de liefdespanter mij iets heeft geleerd, dan is het dat mannen niet voor niets vaak mis schieten; vrouwen werken niet mee, want seksen interesseert ze niet. Wij houden niet van seks. Niet echt. Eigenlijk net als Arie Boomsma.