Tag archieven: dark men

Hollandse Pot: de 16 mooiste mannen van de Lage Landen

Manuel Broekman en Geza Weisz mixen goed. Eerstvolgende Klassenfeest 21 februari '14 Amsterdam.

Wat je ver haalt is lekker.
We rekenen op de kracht van de Italiaanse keuken, en de elegantie van de Franse, voor een diner dat de smaakpapillen bespeelt, de lust opwekt, genotsvolle kreuntjes ontlokt en bevredigt zonder ons met het holle-bolle-Gijs gevoel van de stamppot zuurkool met rookworst op te zadelen.
We houden het graag beschaafd.
En lekker.
Maar vooral beschaafd.
Graziano Pelle. Maar dan op een toastje.
Een bruschetta met knoflookolie, pomodori, vers basilicumblad en buffelmozzarella.
Zulke mannen dus.

Als bijdrage aan de Mooie Hollandse Mannen discussie die de afgelopen 48 uur op internet woedt, heb ik een menukaart opgesteld van beschaafde, lekkere mannen, met hier en daar een exotisch tintje.

Mocht je smaak er niet bijstaan, dan kun je ook vragen om Dennis Storm, Egbert-Jan Weeber, Daan Schuurmans, Michiel Huisman en Frederik Brom.

Dave Roelvink is te boeken via Ulla Models (where else?)

 

Amuse van t huis:
prikkelt de smaakpapillen
Dave Roelvink

 

 

 

 

Maarten Heijmans in Ramses, v.a. zaterdag 11 januari '14 NL 2

 

Voorgerechten:
ook verkrijgbaar als hoofdgerecht

Manuel Broekman
Geza Weisz
Maarten Heijmans


 

Mano Bouzamour zat naast een groep vrouwen die de noodzaak van een lustpil moesten bespreken. Surrealistisch.

Johan Fretz tourt met De Gebroeders Fretz o.a. 5 April Kleine Komedie Amsterdam.

 

Hoofdgerechten:
veelzijdig, uitgesproken en vullend

Rutger Hauer
Hans Teeuwen
Johan Fretz
Mano Bouzamour

 

 

 

Jesse en Kay van band Valerius. De Cosmopolitan redacteur die dit heeft geregeld verdient een Giga Kerst Bonus.

 

 

Nagerechten:
onweerstaanbaar

Jesse Nambiar
Umberto Tan

 

Aan tafel!

 

 

 

Dit artikel is geschreven voor de website Aicha Qandisha.
onderschrift:
@LSHarteveld schrijft onbeschaafd veel over mooie mannen op www.lsharteveld.nl

Pandajaar

 



“Wat een rare soep heb jij,” inspecteer ik de kom die naast mijn puntzak frieten staat.
Louka kijkt verlekkerd naar de dikke brei met halve erwten. “Fantastisch he? Niet die gladde troep.”
Al maanden nemen we elkaar mee naar onze favoriete hang-outs. Louka weet inmiddels waar ze de beste bitterballen serveren, en ik waar alle afgestudeerden flirten. Louka is verliefd geworden op de kater van mijn koffiebar, en ik op het fotomodel van zijn koffiehuisje. Een pandajaar is een jaar waarin je geen seks hebt, en Louka is mijn panda vriend. Totdat ik mij, zo waarschuwde Louka “weer ieder weekend door negers laat nemen”.
“Wanneer loopt je panda jaar af?” informeert Louka.
“Negen maart. Ik ben er ook wel aan toe moet ik zeggen.”
“Je hebt inmiddels ook je doel bereikt.”

Valentino vergeten. Done. Benjamin vergeten. Check. En sinds Louka mij erop heeft gewezen dat ik vriendelijke begripvolle mannen, nog niet half zo geil zou vinden, is ook Het Raadsel opgelost waarom de meest vluchtgevaarlijke, bindingsangstige exemplaren in mijn bed terecht zijn gekomen. Of waarom het met de lieverdjes niet werkte.
“Ik heb trouwens nog een reden bedacht waarom ik geen relaties meer heb: Marieke.”

Marieke, mijn grote sterke BFF, een jonge vrouw met een baan in de wetenschap, die ik echter vooral roem om haar stevige armpjes waar ik graag mee knuffel. Ik verzorg haar als ze bij mij slaapt, en zij houdt van mijn katers als “mama een weekend weg is”. We hebben een eigen wereld, een eigen taal, en mijn familie noemt ons bij onze fantasienamen.
“Ik hou onvoorwaardelijk van haar. Van Marieke en van de katten.”
“Je hartje zit vol.”
“Precies. Alleen zuidelijker, daar is wel ruimte.”

Louka krijgt een berichtje. Een meisje wil haar Grieks op hem oefenen.
“Bofferd. Schrijf haar maar terug dat die behoefte geheel wederzijds is.”

We rekenen af en hij bekijkt mijn boodschappenlijstje.
“Hoeslaken? Ik moet nog een nieuw dekbed. En uit interesse – waar koop je zo’n blocnote?”
Het is een roze papiertje met een print van poëzieplaatjes.
“Al het beddengoed is in de aanbieding. Zullen we samen naar de Hema gaan?”
De natte sneeuw snijdt in ons gezicht, maar we weigeren voor die honderd meter een muts op te zetten.

Na een paar minuten Hema staat Louka weer naast me, vier-seizoenen dekbed onder de arm. Ik bestudeer lege vakken.
“Roze….” tik ik de pakketten af. “Alleen eenpersoons. Rood. Alleen eenpersoons. En deze set hebben ze sowieso alleen voor kinderen.”
“Dat is toch veels te lief voor jou,” reikt hij mij een blauw hoeslaken aan in de goede maat.
“Ik hou van lief,” verzucht ik. “Maar in maart ga ik mij gedragen als de hoer van Babylon. Iedereen denkt ’t toch al.”
“Precies. Own the part.

“Zijn we onze date toch nog tussen de lakens geëindigd,” concludeert Louka op de roltrap.
“We doen wie het ’t eerste vies heeft!” roep ik iets te enthousiast. De tegenliggers kijken verstoord naar mij. “Als ik win, is het wel ’t einde van de vriendschap. Echt jammer.”
“Ik heb gezegd negers. Meervoud. En ’t moet wel for real zijn. Ik wil geen verhalen over iets dat de eerste de beste Griek ook nog wel klaar zou spelen.”

Buiten piept zijn telefoon. Het meisje vond het een leuk grapje.

 

 

 

Wachten op Arie Boomsma

 

 

Ik ben heel voorspelbaar. Schotel mij een mooie donkere jongen voor, liefst met hese zachte stem, en ik rol spontaan op mijn rug met al mijn cougar pootjes kraaiend door de lucht. Dat kan Taylor Lautner zijn. Of Geza Weisz. Jesse Nambiar. Luke Pasqualino. Maar ik kan ook 15 mannen noemen die geen 21 zijn, en soms zelfs (de horror) blank, echter allemaal namen die jullie net zo min iets zouden zeggen. Nou vooruit – Brad Pitt, Lenny Kravitz en Denzel Washington.

Het Handboek voor de liefdespanter is niet bedoeld om mijn vrij voorspelbare reactie op het elite corps van het mannelijk ras te verklaren. “Tenzij je het uiterlijk hebt van Arie Boomsma…” begint zo’n alinea dan. Want wie het zo getroffen heeft, kan wel een potje breken bij de vrouwtjes. Een seksschandaaltje hier en daar. Een foei-lelijk karakter. Een drugsverslaving die als oorlogswond wordt geëtaleerd. Het wordt meneer allemaal vergeven. Nee, dit boek is “een succesgids voor de kansloze casanova” zoals de ondertitel aangeeft. De self-made man op het gebied van de liefde. En die blijk ik ook te kennen, want Jan Heemskerk, jaren de baas bij het grootste mannenblad van Nederland, heeft zich vanaf de logge, slecht geklede achterhoede opgewerkt tot de pussy magnets van de apenrots.

Me and Jan Heemskerk. Laten we daar even duidelijk over zijn, voor er verhalen komen. Het is een man waarvan ik mij altijd heb afgevraagd hoe het komt dat ik hem aantrekkelijk vind. Aangezien Jody Bernal er twee keer lang en breed inpast, valt Jan af als “mijn type”. En blank en blond en groene ogen…. Jan doet mij nog het meest denken aan mijn vriend Hagrid, een polygame zwartbaardige zeerover met een levende harem. Elke keer als ik bij ons afscheid mijn armen om Hagrid’s grote postuur sla en mijn wang tegen zijn navel vlei, drukt hij mij op het hart (of iets lager): “Je weet het! Je kan zo meer krijgen schat.”

Ook bij Jan zou ik dan verward doch beslist nee zuchten. Hoewel, iets minder beslist. Jan hoef ik immers alleen maar te delen met Mevrouw Heemskerk.

Aangezien Jan dus tot het selecte gezelschap van mannen behoort die mij zonder driedubbele salto van de hoge duikplank, zonder zwoel gezongen lied, en zonder modellencontract bij een Frans parfumhuis, het bed in zou kunnen krijgen, geef ik de man wel de nodige credits op het gebied van de Liefde. Jan knows stuff. Als wat Jan doet is aangeleerd, betekent dit dat alle mannen die ik niet aantrekkelijk vind Jan Heemskerk kunnen worden. Of dan op zijn minst Marcel Langedijk.

Het boek opent met de 1-staps aanpak tot seks in de oertijd (tikje op het hoofd met de knots, en doe je ding) en de belofte dat het boek uitlegt hoe je vandaag de dag bewapend met pen, pollepel of gitaar, geweldloos aan je trekken komt. De indeling is in de vorm van 11 liefdespanters, die 11 kwaliteiten vertegenwoordigen.

Nu is de verleiding groot, als de buik van Jan H. waar ik mij als God het wil ooit nog tegen aan zal vleien, de leukste, sprankelendste, nuttigste tips, hier te herhalen. Dat bewijst dat Handboek voor de liefdespanter, succesgids voor de kansloze casanova door Jan Heemskerk en Marcel Langendijk uitgegeven door Prometheus een boek is dat je je verwarde zelf (male or female), je langzaam uitzakkende partner of een 40 jarige maagd cadeau kan doen. Maar wellicht koop je het boek wel niet meer als ik de grootste aha-erlebnissen al deel.

Wil je als man weten waarom je geen succes hebt bij de vrouwtjes, of als vrouw waarom je dwars tegen al je voorkeuren heel makkelijk uit je broekje bent te krijgen (ja, ook jij ja!), en wil je er bovendien hardop om lachen? KOOP DAN DIT BOEK.

Zelf leef ik al maanden solitair, vermoedelijk ga ik voor de tweede keer een jaar volmaken sans seks. Misschien schrijf ik wel een boek deze winter: Handboek voor de liefdespanda. Voor alle wijfjes die net als ik op 1 keer per jaar uitkomen. Want als het 11 hoofdstuk tellende Handboek voor de liefdespanter mij iets heeft geleerd, dan is het dat mannen niet voor niets vaak mis schieten; vrouwen werken niet mee, want seksen interesseert ze niet. Wij houden niet van seks. Niet echt. Eigenlijk net als Arie Boomsma.

 

 

 

 

Pessimist

Ik dacht eerst dat de Molukker bij hun coupé hoorde. Een blanke moeder erbij, een huwelijk in de Pinkstergemeente; ik zag de ouders van de grote lichtbruine jongen al helemaal voor me. De witte jongen met het petje was in elk geval niet zijn broer, noch goede vriend. Daarvoor was het gesprek te intensief. Mannen die elkaar kennen zwijgen, of praten over voetbal.
“Ik vond het niet verantwoord haar alleen te laten fietsen, maar toen stond ik dus wel om half twee midden in de polder en moest ik nog naar huis. Zoveel gefietst die dag.” De Nederlandse neus gaf zijn statige uiterlijk iets toegankelijks.
“Ben je niet blijven slapen?” de stem van de andere jongen was zachter, zo zacht mogelijk, alsof hij zich schaamde geluid te maken.
“Dat bood ze wel aan!” De verdwaalde deerne was dus niet helemaal op haar achterhoofd gevallen. “Maar ik was dat weekend bij mijn ouders. Dan zou ik ze zondag weer nauwelijks zien.”
De Molukse man vertrok, terwijl we midden in het vacuüm Amsterdam Utrecht zweefden, de caramel kleurige jongen schonk hem een brede lach. Hij had een beugel. De laatste ontboezeming dat hij nooit reed met ook maar een druppel alcohol, stapelde zich op de berg goede eigenschappen die ik in tien minuten had ontdekt.

Tussen het twitteren door kreeg ik een sms van mijn hartsvriendin en waakhond in drie jaar internetdaten. Dat was een korte date!  Soms vind ik nummers in haar adresboek van mannen die ik al vergeten ben. Het gesprek van de jongens, of in elk geval het heldere krachtige deel dat ik kon verstaan, ging inmiddels over het woord pessimist. De lach van de jongen was aanstekelijk.
“Jij hebt toch ook VWO gedaan vroeger?” vroeg hij. Petje bleek hardnekkig onwetend.

Maar ik lig dus niet verkracht door een geile Marokkaan langs de A2, smste ik terug. Een paar weken geleden had ik dankzij slechte timing, een overvolle agenda, en bovenmenselijke beheersing, een middernachtelijk rendez vous met een godsgruwelijk foute twintiger aan mij voorbij laten gaan.
“Pessimist is ECHT een normaal woord!’ riep de jongen vrolijk, en zelfs voor zijn doen hard. Ik stak mijn hand op: “Agree!” Ik knikte erbij, en kreeg dezelfde beugelglimlach als de Molukker.
“ Straks bemoeit de hele trein zich ermee!” straalde hij tegen petje, en keek verwachtingsvol rond of er meer mensen zijn mening deelden.

De rest van het gesprek was zachter. Ik twitterde, telde nog drie goede eigenschappen, en vier van de zeven schoonheden waarvan ik er twee zelf verzon. Ik registreerde minimaal één verlangende blik van de mooie grote jongen richting petje.

Mijn telefoon piepte weer. Het was mijn vriendin. Het kan niet elke dag feest zijn.

The legacy of Esther Janssen

“ Your Opus lies not in what you have achieved, but in the legacy of what you leave behind.”  [movie The Opus]

Esther Janssen. If we would be introduced, I would not recognize her name. And yet I read her vision on lovemaking and heartbreaking, countless times. 1999’s Avantgarde magazine, September edition. The glossy paper of the clipping is decorated with my own drawings and doodles. Esther’s words are captured in a home-drawn pink garland of blossoming hearts.

Esther Janssen, 25 y.o., speaks about how being in love makes sex irresistible. She had seven partners: relationships in which she gave her heart, her body, her loyalty. When she was in love, her passion consumed and bound her.
“But as soon as that all-consuming lust is gone? I am out.”
Amen.
Beauty and brains too.
The girl had her priorities right, as opposed to me and my college friends. The 1999’s versions of ourselves were either hopping beds or struggling to keep the fire of long relationships burning. But Esther knew the true value of a new partner.

She ends with the history of her and Benjamin, a model just like her. They met in a disco in Paris, where she was drawn to brown Benjamin like a magnet.
“Benjamin was the most sensual man I ever met. There was an amazing chemistry between us. We ended up going to his place. We made love without going all the way. I loved everything he did, and he loved everything about me. We waited for two months before we finally had real sex. That was the best night I ever had. We broke up years ago, but whenever I am in Paris I still hope I run into him.”

I don’t know if she was ever reunited with her Benjamin, nor what she achieved in life. But I do know the legacy Esther Janssen left behind for me;

The faith to give myself completely.
The wisdom to know when to leave.
And two novels, both featuring sensual experiences with young brown men named Benjamin.
The best nights of my life.


Reposted April 2012.
Added a scan of the Avantgarde page.

Originally published on Hyves, late 2009

 

 

 

 

White lies, dark truth

 

His kiss was passionate yet controlled. Powerful enough to impress, but soft enough not to hurt. I was relieved he was a good kisser, yet I was equally relieved that my toes were not tingling, my heart was not leaping out, and I still knew my own name. In other words: I wasn’t in love. Good for me because David was married.

Thirty minutes before this very welcome snog, David asked me: “Am I too old for you, Lauren?”
He knew I had been with younger men.
I blushed, and David probably thought I lied when I answered: ” I have no preconceptions about age.”
Benjamin. Valentino. Noa. Nubian Prince. Samuel.
They were little devils laughing on my shoulder, when David questioned me. One of the young ones yelled: ” Ask about the skin David!”
But David didn’t care about my preference for his dark skin. Nor did he ask why I was blushing, or who all those boys were on my shoulder.

If you have to choose between black or white, what do you choose? (black)
Between a brown student and a blond? (brown)
Mature African, or Amsterdammer in his 20s? (African)
One night with Denzel or marriage to Ian Somerhalder? (Denzel. And yeah you should google Ian. He’s hot as a pepper.)
And in return I asked the angels:
” Would I go for a mocca skinned bi-sexual or fair heterosexual?”
But they all laughed because they knew that wasn’t a question. I love bi-sexual men.

I suffer from inverted racism where my ability to love and to lust increases when the men get more exotic. And my willingness to deal with being dumped, hurt, left? Off-the-charts when I’ve fallen in love with black man. I have regrets and played the blame game. I’ve cursed men for their insensitive behavior, lousy timing, or their inability to feel or fall in love.

But Benjamin, Valentino, Noa, Nubian Prince or Samuel, will always be forgiven.
And the only regret I have, is that I didn’t sleep with all of them.

 

White lies, dark truth is a book I found and ordered today, about mental patterns and why we have them.

Het schuim der natie

 

 

Daar was ze weer; de happy single. Iemand was over haar begonnen op Twitter, over dat ze niet bestond, en direct dartelde de ipottende 29jarige accountmanager met highlights door mijn Timeline.

Ik zag haar al bij het woord Single, maar met de toevoeging Happy ervoor huppelde het Pilates sletje nog net een tandje vrolijker.

Degene die het vraagstuk De Happy Single als een bom had laten afgaan op Twitter, had 10.000 volgers, en al snel stroomden uit alle uithoeken van het medium reacties binnen. Koude bedden. Eenzame nachten. Alleen thuiskomen in de kleine uurtjes. Een hele generatie Sex en de City kijkers gaf grif toe dat ze helemaal niet zo happy waren. Single zijn was een lijdensweg waar men zich dapper doorheen sloeg omdat men licht hoopte te vinden aan het einde van de tunnel. Ze wachtten iedere zaterdag in V&D pyjama op betrouwbare vent of een andere Verlosser.

Op het tijdstip dat een Happy Single zich een weg naar binnen had gepijpt op Wasteland en met een buttplug in de darkroom lag, dronk de Unhappy Single muntthee op de 3- persoons Ikea bank.

Ik begon dat crack sletje nog bijna sympathiek te vinden tussen dat volhardende zelfmedelijden.

Ik twitterde uit de losse pols wat beledigingen terug, blockte links en rechts wat gejammer, en na deze bijdrage aan de discussie onderwierp ik mezelf aan rücksichtsloze zelfreflectie.
Want hoe zat het met mij? Verlangde ik ook niet stiekem naar een man?
Was ik niet ook eenzaam?

Ik zag twee garderobe stangen op de grond. Voor de vierde keer was het kledingrek naar beneden gekomen. Dit keer hadden de jurken de volle lading boorgruis gekregen. In de muur zaten acht extra gaten.

Ik dacht harder na, en realiseerde me dat ik binnen twee jaar weer moest verhuizen. Toch wel handig als je al wat mankracht in huis hebt. Die is vaak ook helemaal in zijn element als hij zo’n “het mag nog net op je B rijbewijs” verhuisbus mag rijden.  Zelf heeft hij dan een leaseauto waarmee hij op zaterdag mijn boodschappen doet,  ik bedoel onze boodschappen.

De verlangens begonnen nu echt vorm te krijgen!
Aangewakkerd door dit succes dacht ik nog vuriger na. Diepe rimpels trokken in mijn voorhoofd. De overburen dachten waarschijnlijk dat ik een drol naar buiten aan het persen was.

De gang moest nog worden geschilderd.
Ik wilde op vakantie en dan kon hij mooi op de katten passen.
Het single zijn had mijn tegoeden verslonden, daar kon je geen yoga tegenop geven.
Maar hij, HIJ, zou een inkomen hebben waardoor de financiële hemel op aarde weder zou keren.

Het was een uur of drie en ik had honger gekregen van deze diepgravende analyses. Ik dook de koelkast in. Zalmsnippers. Crème fraiche. Spinazie. Ik gooide alle lekkere dingen die er in huis waren in een grote pan tot een gerecht dat in één keer door mij opgegeten moest worden. Spinazie mag je nooit opwarmen.

Toen huppelde ik naar bed voor een middagslaapje. Om 7 uur ’s avonds werd ik wakker onder mijn roze dekbed. Ik lag diagonaal. Buiten klonken jonge stemmen.

Er stond een verhuisbus aan de overkant. Drie fiere studenten droegen dozen, planken en matrassen de arbeiderswoning in. De blonde had speelse lokken. De zwartharige lichte ogen. Een half-Indonesische jongen zette een blikje cola op de laadklep. Om zijn smalle heupen zat een merkspijkerbroek en een lage lichte riem.

Ik bad vurig tot alle Goden die er bestonden dat hij de slaapkamer aan mijn kant kreeg. En dan zou ik nooit meer iemand crack hoer noemen. Zelfs niet als ze het had verdiend.