De mussen zitten nog op het dak maar het is dan ook pas 10 uur ’s ochtends. Valentijn en ik lummelen op de stoep van de overburen in de schaduw. In de volle zon is de slotenmaker al 15 minuten in mijn voordeur aan het wroeten.
“Hij laat niet los,” roept hij naar ons toe. Het zweet staat op zijn voorhoofd. “Ik heb net een cilinder uit een ander huis gehaald. Zal ik je die geven? Als het meezit krijg je er geen rekening van.”
Ik vraag of er bij zo’n tweedehands slot niet midden in de nacht een kerel in mijn huis staat.
“Nee hoor, dan moet ik het al zijn. En ik hou al die sloten echt niet uit elkaar.”
Binnen geef ik hem een glas sap dat hij in één keer achterover slaat. Valentijn wil alleen koffie.
“Vond je dat ik dat goed afhandelde?” gooi ik vanuit de keuken de woonkamer in, terwijl ik onze koffie’s maak. “Of had ik wel een nieuw slot moeten nemen?”
Valentijn drentelt naast de grote uitgeklapte slaapbank, met de fleece cover. Tegen de muur liggen kussens bij wijze van rugleuning.
“Vraagje. Is dit eigenlijk een bank of een bed?” Een prangende vraag. “Ik zag de slotenmaker er ook al vreemd naar kijken.”
Ik haal mijn schouders op.
“Er komen hier nooit mensen over de vloer. Mijn moeder zegt dat mijn bank gewoon altijd in de speelstand staat.”
Op het uiterste puntje van de bank neemt Valentijn plaats. Hij trekt zijn Apple op zijn schoot alsof het een reddingsvest is.”
“Heb je Wifi?” vraagt hij terwijl zijn beeldscherm opstart.
“Nee natuurlijk niet. Ik ben toch geen café.”
Valentijn start nu ook mijn computer.
In de lange minuten die het duurt voordat alles is geladen heeft Valentijn al geconcludeerd dat ik Windows opnieuw moet installeren, risico’s neem met mijn virusupdates, en een nieuw koelelement nodig heb. Tevens blijk ik Wifi te hebben.
“Oh lief! Je hebt hem naar je eigen straat genoemd!”
Iemand anders in mijn blok heeft een Wifi dat wetpussiesmakemecome heet.
We drinken koffie. In een rap tempo legt Valentijn uit hoe hij mijn site gaat herbouwen. Al mijn teksten blijven bewaard, alles kan worden aangepast, en de nieuwe lay-out zal er in een vloek en een zucht op staan.
“Ik maak gewoon een mash-up van alle foto’s die je mij hebt gestuurd, en het oorspronkelijke ontwerp van je vormgever.”
Het is even stil.
“Luister je eigenlijk wel?” zijn jonge gezicht kijkt me indringend aan.
Een grote slotenreparateur die mogelijk met mijn voordeur sleutel rondcrosst.
Een porno ziekeling die in mijn straat woont.
En dat alles op de dag dat ik een 24 jarige alle codes tot mijn website geef.
“Het is niet dat ik jou niet vertrouw. Maar met die slotenman….. Ik moet er een beetje van bijkomen. Ik ben heel kien op wie ik binnenlaat.”
Valentijn lacht. “Je laat mij binnen! Maar dat is omdat ik een nerd ben. Die boezemen vertrouwen in.”
“En jij bent ook nog een oversekste nerd,” constateer ik.
“Gelukkig wel, anders had je me nooit zien staan.”
Valentijn blijkt te roken. In mijn verwilderde tuin stroopt hij zijn mouwen op voor hij er één opsteekt. Op iedere onderarm zit een tatoeage.
“Jullie testen toch ook vrouwenproducten? “ vraag ik hem. Valentijn schrijft voor een seks site. “Ik zou wel van die vaginale balletjes willen testen. Uit China.”
“Dat zijn ben wa balletjes,” verbetert hij. “Weet je wel waarvoor die zijn?”
Ik knik. “Hoop wel dat ik er goed in ben. Dat is geen reclame als ze zo uit je poesje rollen. Als yogadocent dan.”
“Ik zal kijken of ik een leverancier zo ver kan krijgen,” verzekert hij me. “Beter dat dan die draken penissen. Ik denk dat onze lezers daar echt niet op zitten te wachten.”
“Zou jij misschien nog héél even naar mijn Outlook kunnen kijken?” bedel ik voor hij vertrekt. “Ik heb nog nooit berichten kunnen versturen.”
Ik trek een beteuterd gezicht.
“Wel ontvangen, niet versturen?”
Valentijn herinnert zich een geheime code en duikt ermee mijn Outbox in.
Bij het eerste bericht dat goed verzonden wordt begint de computer oorverdovend te ratelen. Virusupdate.
We kijken elkaar aan.
“Dit is echt heel erg hè?” grijns ik. “Hij heeft echt een grote beurt nodig.”
Valentijn schuift in de antieke bureaustoel. Heel even raak ik zijn tengere schouder aan. Er slaat geen bliksem in mijn vingers.
“Ik heb een vriendin,” zegt hij. “Dus.”
“Open relatie,” vul ik aan. “Dus.”
Hij kijkt me aan. Alle sex-toys en andere intimiteiten die we de afgelopen dagen op Twitter hebben besproken stapelen zich tussen ons op.
“Ik twijfel. Jij twijfelt.“ zegt hij beslist.
Wij twijfelen.